×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
De kloosterorde der Cisterciënzers werd gesticht door een groep monniken onder leiding van Sint Robertus van Molesmes († 1110, 29 april) die in 1098 een woest terrein bij Cîteaux (afgeleid van het Latijnse 'Cistercium') in Bourgondië als verblijf koos. Haar definitieve vorm kreeg zij dankzij het geschrift van Stefanus Harding († 1134, 17 april) 'Charta Caritatis', dat de status van een officiële regel kreeg.
Deze nieuwe kloosterbeweging kreeg in 1112 een enorme impuls door de intrede van Sint Bernardus († 1153, 20 augustus) met 5 familieleden en dertig gezellen. Vanuit Cîteaux werd hij met twaalf medebroeders naar Clairvaux gestuurd om daar een nieuwe vestiging te beginnen. Hij wordt dan ook wel de tweede stichter genoemd.
De officiële benaming luidt Sacer Ordo Cisterciensis, afgekort als s.o.cist. of o.s.b.cist.; zij worden cisterciënzers van de gewone observantie genoemd, ook Bernardijnen genoemd. Na de hoge middeleeuwen voerden zij een aanzienlijke versobering in, vooral in hun kerken en kloostergebouwen.
Zij gaan gekleed in een witte pij met zwart scapulier waaraan de zwarte capuce is bevestigd, alles bijeengehouden met een brede leren riem. In het koor dragen zij een kovel. Leden van de vrouwelijke tak heten cisterciënzerinnen.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen