×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Afb 1: Ca 1250. Paneelschildering. Herkomst ?1 Bernardus van Clairvaux († 1153)
In 1054 gaan de kerken van het westen en het oosten uit elkaar. In het oosten wordt onder leiding van Byzantium (het voormalige Constantinopel) de theologische traditie voortgezet (zie deze afbeeldingen).
In het westen gaat het gelovige denken een geheel eigen kant op. De belangstelling voor de menselijke kant van de mysteries neemt toe. De grote abt Bernardus van Clairvaux is hiervan een duidelijke getuige. In zijn overwegingen rond de geboorte van Christus roept hij de bidders en de hoorders op zich voor te stellen hoe armzalig het moet zijn toegegaan in de stal van Bethlehem. En dat, terwijl Jezus deel uitmaakte van de goddelijke Drie-eenheid.
Bernardus spreekt consequent van een stal, hoewel daar in Lukas' verhaal geen sprake van is; daar wordt alleen een kribbe genoemd. Op basis van het feit dat Kerstmis midden in de winter wordt gevierd, stelt hij zich voor hoe koud het was en donker (allemaal elementen die hij in zijn gelovige fantasie aanvult!); hoe de redder van de wereld als een klein armeluis kind neerlag in het stro van de kribbe. Hij heeft het ook over de innige betrekking tussen moeder Maria en het Kind: allemaal nieuwe elementen in het kerstgebeuren.
En de kunstenaars laten zich erdoor inspireren: (nacht: afb. 1, 2, 3; winter: 6 en 7 verderop).
Afb 2: Ca 1400, Fabriano, paneelschildering.
Afb 3: 15e eeuw, Geertgen tot St-Jans, paneelschildering.2 Franciscus van Assisi († 1226)
Een eeuw later is het Franciscus die het kerstgebeuren nog dichterbij wil halen. Hij wil 'de herinnering oproepen aan het Kind, dat in Bethlehem geboren is, en zo goed mogelijk met eigen ogen de pijnlijke en behoeftige omstandigheden zien, waarvan het, toen het nog maar net geboren was, al te lijden had; ik wil zien hoe het daar in een kribbe op stro lag tussen een os en een ezel' (afb. 4 en 5).
Afb 4: 1300, Giotto, wandschildering. Italië, Assisi, San Francesco.
Afb 5: ca 1350, boekverluchting,3 Jacobus de Voragine († 1296)
Halverwege de 13e schrijft Jacobus de Voragine zijn beroemde boek 'Legenda Aurea'(= Gulden Legende), een verzameling legendes rond de grote feesten van het jaar, met name de heiligenfeesten. Hij weet over het kerstgebeuren te melden dat de kribbe stond in een doorgang tussen twee huizen, dat Jozef uit Nazareth vertrok met een os aan de hand om die onderweg te verkopen voor het levensonderhoud, en dat Maria reisde op een ezeltje (afb. 6 en 7).
Afb 6: 1566, Brueghel, paneelschildering.
Afb 7: détail van afb. 6.4 'Johannes de Caulibus' (ca 1330)
In de eerste helft van de 14e eeuw verschijnt er in franciscaanse kring een navertelling van het Leven van Jezus;
lange tijd werd het toegeschreven aan ene Johannes de Caulibus. Hij voegt weer andere détails toe.
Hij weet te vertellen dat het kind om middernacht geboren werd. Maria leunde staande tegen een zuil (afb. 8),
maar het Kind bezeerde zich niet aangezien het op stro of hooi terecht kwam dat Jozef had gehaald (afb. 14).
Onmiddellijk na de geboorte van het Kind doet Maria haar sluier af, waardoor haar goudbruine haren langs haar schouders afvallen.
Zij knielt neer om het Kind te aanbidden. Zo doen ook de os en de ezel (bv. afb. 2, 8, 9).
Afb 8: Ca 1400, tekening. Frankrijk, Parijs, Bibliothèque Nationale.
Afb 9: Ca 1400, houten reliëf tegen achterwand koorgestoelte. Duitsland, Merseburg.5 Brigitta van Zweden († 1373)
Zij gaat op bedevaart naar het Heilige Land. Op de Heilige Plaatsen bidt zij intens, en stelt zich in gebed schouwend de gebeurtenissen voor.
Zo zegt zij aanwezig te zijn geweest in de grot (!) bij Jezus' geboorte (afb. 10; de grot: afb. 11).
Maria was gekleed in een blanke mantel (afb. 12).
Zij legt haar mantel en sluier af; ook zij ziet hoe Maria's gouden haren over haar schouders vallen.
Jezus ligt op de grond, meestal op een slip van Maria's gewaad (afb. 13, 14).
Jozef was zeer oud en had een brandende kaars in zijn hand (afb. 12), en knielt naast Maria in aanbidding neer (afb. 13, 15).
De os en de ezel verwarmen het Kind met hun adem (afb. 16).
Afb 10: ca 1400, paneelschildering. Italië, Florence.
Afb 11: 1422, Bartolo, paneelschildering. Aanbidding herders (van wie één franciscaan).
Afb 12: 1425, Robert Campin, paneelschildering. Frankrijk, Dijon.
Afb 13: 1460, ingekleurde houtsnede. Duitsland, Karlsruhe.
Afb 14: 15e eeuw, boekverluchting.
Afb 15: 15e eeuw, steensculptuur. Frankrijk, Daoulas, boogfries in poortgebouw.6 Invloed op het oosten
In de loop van de tijden komen er almaar meer détails bij.
Zo wordt de grot toch ook weer een stal, waar Jozef al of niet herstelwerkzaamheden aan heeft verricht (afb. 12) enz.
Alles is gericht op vertedering. De afbeelding wil gevoelens te weeg brengen bij de kijker, devotie bevorderen.
Dat is typisch westers. In het oosten houdt men vast aan de klassieke, strenger ogende, theologische benadering van het heilige (afb. 16).
Toch dringt de invloed van het westen ook daar door. Daarvan getuigt een icoon waarop we zien hoe Maria niet meer op haar bakermat ligt uitgestrekt,
maar geknield het Kind aanbidt (afb. 17); of dat Jozef en Maria samen het Kind aanbidden (afb. 18).
Afb 16: ca 1600, icoon. Nederland, Utrecht, Catherijneconvent.
Afb 17: 16e eeuw, icoon, Russisch.
Afb 18: 17e eeuw, icoon, Bulgaars.© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen