×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Deze verkorting schijnt al heel oud te zijn. Ze zou al in gebruik geweest zijn gedurende de eerste eeuwen van het christendom. Toen was het Grieks nog de voertaal. In de loop der tijden werd het verdrongen door het Latijn. Men herkende in IHS geen Griekse letters meer. Nu werd het beschouwd als een Latijnse afkorting: In Hoc Signo (= In Dit Teken: bedoeld is het kruisteken). In dat geval verwijst de afkorting naar een legende uit het leven van keizer Constantijn. Diens moeder, keizerin Helena, was christen en had al herhaaldelijk geprobeerd haar zoon tot haar godsdienst over te halen. Aan de vooravond van een belangrijke slag was de keizer onrustig ingeslapen. In een droom verscheen hem een engel aan de hemel die een kruis droeg. Daarbij verschenen de letters I.H.S. Constantijn verstond ze als 'In Hoc Signo', waarbij hij in gedachten aanvulde "vinces" [= In dit teken zul je overwinnen]. Hij beloofde de godsdienst van het kruisteken, waar zijn moeder zo aan gehecht was, aan te nemen in geval hij de volgende morgen de overwinning zou behalen. En zo geschiedde, aldus de legende.
In de latere Middeleeuwen nam de devotie tot de mens Jezus een grote vlucht. Denk bv. aan de invloed van grote heiligen als Bernardus van Clairvaux [† 1153], Franciscus van Assisi [† 1226], Birgitta van Zweden [† 1373] en Vincentius Ferrer [† 1419]). Nu gebruikte men het monogram graag als herkenningsteken van de persoon van Christus. Vooral Sint Bernardinus van Siena [† 1444] droeg ertoe bij. Als hij voor het verzamelde volk preekte, had hij steeds een schild met de afkorting 'Y.H.S.' bij zich. De uitleg 'Iesus Hominum Salvator' (= Jezus Mensen-Redder) is een vrome vondst van later tijd. Er zijn nog andere verklaringen in omloop, bv. 'Iesus Hortator Sanctorum' (= 'Jezus aanmaner der heiligen') of 'In Hoc Salus' (= 'hierin is het heil gelegen').
De jezuïeten en het IHS-embleem
De verbreiding van het monogram neemt een grote vlucht door toedoen van de jezuïetenorde. Zij wordt gesticht in 1540. Zoals haar naam al aanduidt was zij bijzonder aan Jezus toegewijd, en zij maakte dan ook gretig gebruik van het IHS-embleem om haar ideaal en daarmee ook zichzelf aan te duiden.
Onder invloed van deze ontwikkeling worden er nieuwe betekenissen toegevoegd aan de afkorting: Iesum Habemus Socium (= 'Wij hebben Jezus als gezel': de jezuïeten heten officieel 'Societas Jesu' = 'Gezelschap van Jezus'); of Iesu Humilis Societas (= 'Het nederige gezelschap van Jezus'). Het zijn waarschijnlijk ook de jezuïeten geweest die onder de drie letters drie spijkers toevoegden; deze verwijzen naar Jezus' lijden en dood; soms meent men daarin de letter 'v' te herkennen; deze wordt dan gezien als de afkorting van het woord 'vinces'. Al heel gauw geldt het IHS-embleem als het herkenningsteken bij uitstek voor de jezuïetenorde. Zelfs haar tegenstanders maken daar gebruik van in hun spotprenten.
Spotprent. Links een jezuïet, rechts een capucijn. De jezuïet is op geld en goederen uit; die worden hem in grote hoeveelheid aangeboden.Overal waar de jezuïeten in de eerste periode van hun bestaan (ze werden door de paus opgeheven in 1773, en weer hersteld in 1814) hun sporen hebben nagelaten, vinden we het IHS-symbool terug: in Zuid-Oost-Azië, Noord- en Zuid-Amerika en in haast alle landen van West-Europa. We vinden het dus ook in de noordelijke Nederlanden, waar ze sinds eind van de 16e en het begin van de 17e eeuw rondtrokken om het geloof van de katholieken te ondersteunen in een tijd dat zij met hun geloof niet in de openbaarheid mochten treden. Twee voorbeelden mogen volstaan.
In 1602 laat Pater Arboreus (ook Boom geheten), jezuïeten-missionaris te Haarlem, zijn portret schilderen; boven hem schittert het IHS-teken, omgeven door een stralende zon. |
Pater Roeland de Pottere werkte meer dan veertig jaar in en om Delft (1621-1662). Waarschijnlijk bij gelegenheid van zijn afscheid werd zijn portret geschilderd. Rechts boven ziet men nog een glimp van het IHS-embleem. |
Vandaar de veronderstelling dat de IHS-tekens op Delflandse boerderijen te danken zijn aan de invloed van de jezuïeten die vanaf 1592 een statie bewoonden te Delft en vanaf 1662 ook één te Schipluiden (Hodenpijl, soms 'Oppel' of ook 'Hoepel' genaamd). Datzelfde geldt waarschijnlijk voor de IHS-emblemen die zichtbaar zijn boven de voordeuren het Noord-Hollandse Bovenkarspel.
Bij een rondgang in 1992 vond ik op de volgende adressen in Delfland IHS-emblemen.
Intussen is er al weer een aantal van verdwenen.
Er is ook een aantal boerderijen waar thans geen IHS-embleem is te zien, maar waarvan we - in enkele gevallen met zekerheid - weten dat het er in vroeger tijden gezeten moet hebben. Ik ga daarbij af op uitspraken van (oud-)bewoners of buren (soms - zoals bij het hiernavolgende nummer 43 - liet men mij foto's van vroeger zien) en tenslotte op de afbeeldingen zoals ze te vinden zijn bij Verheul.
# | Plaats | Adres | Opmerking |
40 | Delft | Schieweg 156-158 | Verheul 89 |
41 | Kethel | Groeneweg 54 | oud-bewoners |
42 | Kethel | Kerkweg 105 | Verheul 98 |
43 | Kethel | Harreweg 27 | oud-bewoners |
44 | Kethel | Vlaardingerweg | Verh. 96-97 |
45 | Oude Leede | Oude Leedeweg | naburige bew. |
46 | Rijksweg? | voorg. van Zwethkade? | |
47 | Pijnacker | Klapwijkseweg | Verheul 92 |
48 | Vlaardingen | Woudweg 4 | Verheul 108 |
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen