× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1266  Richard van Aduard

Richard (ook Rigardus) van Aduard (ook de Busto) o,cist., Groningen, Nederland; kloosterling; † 1266.

Feest † 21 & 30 december.

Richard stond bekend als Engelsman. Naar verluidt werd hij ‘de Busto’ genoemd. Het is niet duidelijk waar deze naam op slaat. Letterlijk betekent ‘bustum’ ‘lijkverbranding’, plek van terechtstelling’ of ‘grafheuvel’. Woonden zijn ouders bij zo’n plek? Of is ‘de Busto’ toch al een verbastering van ‘Buchestanes’, het latere Buxton, Derbyshire?

Hoe dan ook, we treffen hem in de twintiger jaren van de 13e eeuw aan als student aan de universiteit van Parijs, waar hij achtereenvolgens de graad van baccalaureus en magister behaalt. Het is de tijd dat in Frankrijk de jonge Lodewijk de Heilige († 1270; feest 25 augustus) juist koning is geworden, of zijn het nog de jaren dat zijn moeder Blanca voor hem optreedt als regentes? In ieder geval is de aandacht gericht op het Heilige Land. In het verleden had Sint Bernardus († 1153; feest 20 augustus) opgeroepen op tot de Kruistochten, om het Heilig Land te bevrijden van de vreemde overheersing der muzelmannen. Die oproep was nog lang niet verstomd. Integendeel, ook koning Lodewijk zou nog kruistochten ondernemen.

Heeft dit alles bijgedragen tot het besluit van Richard om als pelgrim naar het Heilig Land te vertrekken? Of wilde hij misschien aansluiten bij een van de kruistochten? Dat is niet zeker. Maar wat we wel weten is dat hij op weg naar het Heilig Land langs de cel van een kluizenares kwam die de gave van helderziendheid bezat. Hij kon daar als vroom man natuurlijk niet langs zonder haar te raadplegen. Van achter haar vensterluikje gaf zij hem te kennen dat zijn bestemming niet lag in het Heilige Land, maar juist in het hoge noorden, in de landstreek der Friezen, waar hij met zijn kennis een licht van goddelijke wetenschap zou kunnen ontsteken. Ze voegde er aan toe dat hij bij de orde van Sint Bernardus, de cisterciënzers, zou intreden, en dat hij tegen het eind van zijn leven de nodige beproevingen zou hebben te doorstaan. Verward vervolgde hij zijn weg. Spoedig kwam hij een drietal edellieden tegen. Uit het gesprek dat ontstond, bleek dat zij uit het Friese land kwamen en op weg waren naar huis. Dit beschouwde Richard als een teken uit de hemel en hij sloot zich bij hen aan.

Het was ten tijde van abt Wigbold (1218 - 1242) dat hij inderdaad intrad bij e cisterciënzers van Aduard. Deze abdij was vanuit klooster Klaarkamp bij Dokkum gesticht op 5 juni 1192, en was op dat moment dus nog geen vijftig jaar uit. Richard bleek een voorbeeldige monnik, die uit persoonlijke devotie de dagelijkse getijden drie maal bad. Daarnaast hield hij tijd over om te studeren en boeken te schrijven over geestelijke onderwerpen. Hij werd aangesteld als hoofd van de kloosterschool en hielp in die hoedanigheid mee aan de bloei en de bekendheid van het klooster.

Daarnaast wordt van hem verteld dat hij herhaaldelijk genezingen verrichtte. Zijn levensbeschrijver schrijft ze toe aan de kracht van zijn gebed. Dat hij daarbij geneesmiddelen gebruikte, was eigenlijk om het wonder te verdoezelen. Kende hij de werking en de kracht van de kruiden uit zijn studie te Parijs? Of waren hem die al van huis vertrouwd? Vergeten we niet dat in het Engeland van de middeleeuwen de kennis der druïden onder de geestelijken wijd verspreid was.

Aan twee van zijn medebroeders voorspelde hij dat zij later abt zouden worden, maar dat hun ambtsperiodes niet van lange duur zouden zijn. De eerste, Egbert, volgde inderdaad de opvolger van Wigbold op in 1254; hij stierf alweer drie jaar later: 1257. De tweede Geyko, trad aan als abt in 1262; hij zou zes jaar later, 1268, zijn functie neerleggen en terugtreden.

Zijn levensbeschrijver, die vooral zijn heiligheid wil benadrukken, weet nog te vertellen dat door zijn gebed de ziel van een stervende medebroeder uit de klauwen van de satan werd gered. Hij was bijna te laat geweest, want een boze geest had hem in een diepe slaap gedompeld. Op het laatste nippertje was hij komen toesnellen, en had vervolgens met zo veel verdriet en aandrang gebeden dat de ziel van de medebroeder alsnog door engelen naar het paradijs kon worden overgebracht. Hoe we dit alles weten? Een monnik die in de nacht, dat de medebroeder overleed, niet kon slapen, had twee afzichtelijke duivels op het dak gezien. Ze waren uitgeput van vermoeidheid, en teleurgesteld. Hij hoorde hoe ze onderling hun woede uitten over het feit dat hun die kostbare ziel was ontglipt en ontfutseld door de aandrang waarmee broeder Richard voor de stervende gebeden had.

Alles bijeen heeft Richard meer dan dertig jaar in Aduard gewoond. Op het eind van zijn leven zou hij - overeenkomstig de voorspelling van de kluizenares van destijds - inderdaad een aantal heftige beproevingen hebben doorgemaakt. Zijn levensbeschrijver houdt het bij deze mededeling en treedt niet in bijzonderheden. Hij stierf op Sint-Thomasdag, 21 december, 1266.

Verering & Cultuur
Reeds twee jaar na zijn dood werd zijn reliekschrijn door de kloostergemeenschap verheven tot de eer der altaren, wat neerkwam op een officieuze heiligverklaring. Aan het begin van de 14e eeuw heeft een abt nog geprobeerd in Rome een officiële heiligverklaring te verkrijgen, maar de kosten waren te hoog, zodat daarvan werd afgezien. Groningser argument is nauwelijks denkbaar! De gemeenschap plaatste zijn gedenkdag niet op zijn sterfdag, omdat zijn nagedachtenis in het niet zou vallen bij de apostel Thomas. Zo werd het 30 december.

Wij danken de bijzonderheden over zijn persoon aan een medebroeder uit Aduard die twee jaar na zijn overlijden en levensbeschrijving samenstelde.


Bronnen
[Kr8.1901p:125; LHP.1809; p:573; MHJ.1948/4p:393; Süt.1941; Tor.1998; C. TROMP (red.) ‘Groninger Kloosters’ Groningen Hist. Reeks no.5 Assen/Maastricht, van Gorcum, 1989 ISBN90-232-2516-3; Dries van den Akker s.j./2015.12.29]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen