× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1686  Niels Stensen

Info afb.

Niels Stensen (ook Nicolaas Stenonis), Florence, Italië; wetenschapper & bisschop; † 1686.

Feest 25 november & † 5 december.

Niels Stensen werd begin januari 1638 te Kopenhagen geboren in een Lutheraans milieu. Zijn vader was goudsmid. Maar deze stierf reeds toen Niels zes jaar was. Voor zijn opvoeding werd hij toevertrouwd aan een oom die hem naar de plaatselijke Latijnse school stuurde. Hij bleek een briljante leerling.
In 1656 begint hij zijn studies aan de universiteit van Kopenhagen. Vier jaar later vertrekt hij naar het Calvinistische Holland; en schrijft zich aan de universiteit van Amsterdam, Daar ontdekt hij aan de binnenkant van het hoofd een nog niet eerder beschreven buisje naar het oor: de naar hem genoemde ‘ductus Stenonianus’. Omdat zijn professor meent dat hem, als verantwoordelijke voor het onderzoek van zijn student, de eer toekomt, vertrekt Niels naar Leiden. Daar behaalt hij in 1664 de titel ‘Doctor Medicus’.
Als wetenschapper is hij zeer breed georiënteerd: hij bestudeert schelpen en mosselen, kristallen en paleontologische vondsten, en doet aan hersenonderzoek bij mensen. In 1665 vinden we hem eerst in Parijs waar hij een lezing houdt voor de Académie des Sciences; later in dat jaar bezoekt hij Florence. Daar moet hij in aanraking gekomen zijn met de beroemde mecenasfamilie De Medici.

In die tijd is hij te Livorno getuige van een sacramentsprocessie. Dat stelt hem als gewetensvol Lutheraans wetenschapper voor geloofsvragen. Ofwel de mensen lopen te hoop voor een gewoon stukje brood, ofwel het gaat inderdaad om de werkelijke aanwezigheid van Christus; maar hoe dan? Dat is met geen wetenschappelijke waarneming te verifiëren. Dezelfde vragen komen op bij het lezen van de Bijbel. In zijn tijd ging men ervan uit dat het scheppingsverhaal een verslag was van een werkelijke gebeurtenis. Maar wat daar beschreven werd, klopte niet mijn zijn eigen wetenschappelijke onderzoekingen. Kennelijk had het geloof een eigen manier van waarnemen en heeft het oog voor mysteries die het menselijk bevattingsvermogen te boven gaan. Een beroemd citaat van hem, luidt:
‘Mooi is wat we zien,
mooier wat we herkennen
het allermooiste: wat we niet kunnen bevatten.’

Op Allerzielen 1667 - hij is dan nog geen dertig - zet hij alle geloofstwijfels van zich af, en op 8 december van hetzelfde jaar wordt hij opgenomen in de Katholieke Kerk.
Intussen reist hij door Italië, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Bohemen en Holland. Overal zoekt hij vakbroeders op. Uit sommige getuigenissen weten we dat hij daarbij ook geloofsvragen ter sprake brengt en zijn collega’s tracht te overtuigen van het katholiek geloof. Wat zeker niet altijd lukt; wel zijn zijn gesprekspartners onder de indruk van zijn persoonlijkheid.

Italië blijft trekken. In 1674 treedt Cosimo III de Medici aan als hertog van Florence. Deze nodigt Niels uit om zijn beide zoons een gedegen katholieke opvoeding te geven, juist in de tijd dat de Reformatie vaste voet heeft gekregen in Noord-Europa.
Welke inwendige ontwikkeling Niels daar moet hebben meegemaakt, kunnen we alleen maar raden. In ieder geval ontvangt hij met Pasen van het jaar daarna, 1675, de priesterwijding. Vanaf dat moment onderhoudt hij een uiterst sobere levenswijze: hij leeft op bier en brood; de tijd dat gewone mensen slapen brengt hij wakend en biddend door.
Twee jaar later krijgt hij een benoeming als Apostolisch Vicaris voor Noord-Europa. De paus stuurt hem terug naar de regio van zijn herkomst. Die is intussen praktisch volledig Luthers geworden. Dat hield in dat hij er de verantwoording droeg voor de verkondiging van het katholieke geloof zonder dat hij daarbij al kon steunen op een kerkelijke organisatie, zoals bisdommen, parochies en geestelijkheid. Het was juist de bedoeling dat hij aan de totstandkoming ervan zou werken. Onvermoeibaar reist hij rond.
Na aanvankelijk vanuit Münster als hulpbisschop gewerkt te hebben aan de verspreiding van het katholieke geloof te midden van de Reformatie, vestigt hij zich vanaf 1683 in Hamburg. In 1685 verhuist hij naar Schwerin, omdat het erop lijkt dat hij daar een nieuwe katholieke geloofsgemeenschap kan beginnen. Een jaar later krijgt hij last van nierkolieken. Hij sterft op 5 december 1686, 48 jaar oud.
Op zijn eigenverzoek werd hij bijgezet in de grafkelder van de Medici's in Florence. Later werd er een aparte zijkapel voor hem ingericht.


Bronnen
[Ci88; Gmk.1993p:20; Hb3.1994p :86 ; Lin.1999; Rge.1989; Rgf.1991; Dries van den Akker s.j./2014.12.05]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen