× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 606  Suliau van St-Suliac

Info afb.

Suliau (ook Cilliau, Selia, Seliac, Selya, Sula, Sulia, Suliac, Suliag, Suliaw, Sulinus, Sulio, Suliou, Sulliau, Sulliaw, Tysilio) van St-Suliac, Bretagne, Frankrijk; abt; † 606.

Feest 1 oktober.

Suliau werd in 530 in Wales geboren als zoon van koning Bromail. Hij had drie broers: volgens de overlevering heetten zij Maian, Jacob en Chanaam. Als kind zag hij de heilige abt Guimarc’h voorbijkomen met twaalf monniken. Ze zongen psalmen. Hij was helemaal onder de indruk, verliet zijn drie protesterende broers en ging er achteraan. Maar de koning wilde zijn zoon niet verliezen. Hij stuurde er een troep van dertig soldaten op af die hem desnoods met geweld terug moesten halen. Op de drempel van de kerk werden ze te woord gestaan door abt Guimarc’h, met de jongen ernaast. De krijgers waren zo onder de indruk dat ze geen vinger naar de prins durfden uitsteken. Koning Bromail legde zich er bij neer en stond zijn zoon toe zijn roeping te volgen.

Maar Guimarc’h kende het hart van vorsten. Hij was bang dat de koning van gedachten zou veranderen en stuurde de novice naar een monnikeneilandje in de rivier Mené. De oude documenten verzekeren ons dat het sindsdien zijn naam draagt: Enès-Suliau (= Suliau-eiland).

Zeven jaar bracht Suliau daar door. Toen werd hij teruggeroepen door zijn abt. Deze vatte het plan op om een pelgrimsreis te maken. Maar zijn jonge leerling raadde het hem af, wees op zijn zwakke gezondheid, de gevaren van de reis en dat het idee eerder was ingegeven door nieuwsgierigheid dan door vroomheid. Tot onze verbazing gaf vader abt dit alles toe en bleef thuis. Een jaar later reeds diende hij zich voor te bereiden op een veel ingrijpender reis. Guimarc’h stierf en wees Suliau als zijn opvolger aan. Dat zou gebeurd zijn in 558.

Enkele jaren later, in 564, ging hij naar huis terug om zijn vader bij te staan in zijn laatste momenten. Koning Bromail stierf in de armen van zijn zoon. De erfenis stond Suliau af aan zijn broer Jacob, die daarna twee jaar regeerde, tot hij op zijn beurt stierf.

Jacobs weduwe, Hazarmé (ook Hajarné), raakte smoorverliefd op Suliau. We mogen aannemen dat dat nog gebeurde tijdens de uitvaartplechtigheden. Hoe dan ook, de abt zag zich genoodzaakt te vluchten, maar de vrouw kwam met een troep soldaten te paard achter hem aan en dreigde hem te doden als hij niet met haar trouwde.

Daarop stak hij het Kanaal over en kwam in het noorden van Bretagne aan land. Hij zocht een eenzame plek om zijn kluizenaarsleven voort te zetten. De plaatselijke heer ontving hem met vruegde en schonk hem het schiereiland Montgarrot. In de omgeving van de stad Aleth (= voorloper van St-Malo) preekte hij het evangelie en verrichtte er een aantal wonderbaarlijke genezingen.

Hij kreeg bezoek van Sint Samson († 565; feest 28 juli), die hem vroeg de leiding van zijn bisdom over te nemen.

Wellicht berust dit op vrome legende. Of het moest zijn dat Sint Samson iets later is overleden dan 565; of dat de gebeurtenissen in Wales zich iets eerder hebben afgespeeld. Immers in 564 sterft koning Bromail; dan regeert zijn zoon Jacob twee jaar. Dus op zijn vroegst kan Samson Sulia getroffen hebben in 566…

Maar dat herinnerde Suliau te veel aan de recente gebeurtenissen met zijn schoonzus. Hij gaf de voorkeur aan zijn eenzame kluizenaarsleven. Hij verzamelde een aantal jonge monniken om zich heen; men spreekt van zo’n vijftien. Zij legden graanvelden en wijnplantages aan.

Legende van de ezeltjes
Uit die periode stamt de volgende legende. De monding van de Rance was in die tijd nog lang niet zo breed als tegenwoordig. Bij laag water kon je gemakkelijk een wed oversteken. Op de linkeroever tegenover het klooster had je toen het dorpje Rigourden. De bewoners leefden van de ezelsfokkerij. Die beesten hadden de hinderlijke gewoonte aangenomen om ’s nachts de oogst van het klooster op te vreten. Herhaaldelijk onderhield Suliac de nachtelijke bezoekers hierover. En terecht. Maar ze trokken zich er niets van aan. Ze gingen zelfs zover de omheining van de wijngaard te vertrappen en zich te vergrijpen aan de wijnstokken. Voor straf maakte Suliac dat ze geen vin meer konden verroeren en draaide hun koppen allemaal naar achteren. Toen de inwoners van Rigourden bemerkten dat hun ezels niet kwamen opdagen, gingen ze vragen bij het klooster. Je had hun verbijstering moeten zien, toen ze hun ezeltjes onbeweeglijk als aan de grond genageld zagen staan, alsof het marmeren of bronzen beelden waren. Suliac was niet uit op wraak. Hij gaf de dieren hun bewegingsvrijheid terug op vaarwaarde dat ze nooit meer de rivier zouden oversteken en een poot zouden zetten op zijn grondgebied. En om daar helemaal zeker van te zijn maakte hij de Rance een heel stuk breder. En dat is wat je tegenwoordig ziet bij het plaatsje St-Suliac.
[Aub.1992p:78]

Op zijn sterfbed drukte hij zijn medebroeders op het hart zich strikt aan de religieuze regels te houden.

Verering & Cultuur
In de kerk van St-Suliac bevindt zich nog altijd zijn grafmonument.

Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor de genezing van koorts en om het vee te beschermen tegen besmettelijke ziekten. Zeelieden houden een boetprocessie ter ere van hem om een gunstige wind af te smeken.

In Bretagne is hij de kerkpatroon van St-Suliac (gem. Châteauneuf-d’Ille-et-Vilaine, Ille-et-Vilaine), Sizun (Finistère) en Tressigneaux (Côtes-du-Nord). Bovendien is zijn naam terug te vinden in verscheidene andere aardrijkskundige namen:
St-Seliac (buurtschap van Plussulien, gem. Corlay, Finistère);
St-Seliac (buurtschap van Québriac, gem. Hédé, Ille-et-Vilaine);
St-Sula (buurtschap van Plomodiern, gem. Châteaulin, Finistère);
St-Suliac (buurtschap van Léhon, gem. Dinan, Côtes-du-Nord).


Bronnen
[DSB.335; Gby.234, Lo1.1838p:252; Pra.1988; Pzc.2002p:367; Dries van den Akker s.j./2008.04.09]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen