×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Agapitus van Palestrina (ook van Praeneste), Italië; 15-jarige martelaar; † ca 274.
Feest 18 augustus.
Het verslag van Agapitus' heldhaftig geloofsgetuigenis stamt van rond het jaar 600, ruim driehonderd jaren na zijn dood.
Toen tijdens de regeringsperiode van keizer Aurelianus (270-275) christenvervolgingen uitbraken, vluchtten vele gelovigen de bergen in. In het stadje Praeneste werd een 15-jarige jongen gearresteerd, die er geen geheim van maakte dat hij tot de christenen behoorde: hij weigerde demonstratief bij een openbare gelegenheid de gebruikelijke offers te brengen aan de Romeinse afgoden. De keizer liet hem arresteren. Tijdens de verhoren probeerde de rechter, Antiochus geheten, hem tot andere gedachten te brengen. Toen dat niet lukte, gaf de keizer bevel de jongen bij wijze van voorbeeld de pijnlijkste folteringen toe te dienen.
Om te beginnen werd Agapitus gegeseld, met nieuwe, en dus extra harde zwepen. Toen dat niet het gewenste resultaat had, liet men de jongen vier dagen lang zonder eten en drinken opsluiten in een donkere kerker. Maar zelfs dat kon hem niet bewegen zijn God af te zweren. Vervolgens stapelde men hem vurige kolen op het hoofd. Maar de jongen riep, dat zijn hoofd straks in de hemel gekroond zou worden met een eeuwige kroon; daar kon dat beetje pijn in dit leven niet tegenop. Hij werd met zijn voeten omhoog en hoofd naar beneden boven een walmend vuur gehangen, zodat hij extra moeite had met ademhalen. Maar de jongen riep naar zijn beulen: "Je kunt wel zien dat uw wijsheid niet verder gaat dan rook, damp en stank."
Tijdens een van de verhoren gleed rechter Antiochus uit, viel van zijn rechterstoel, die op een verhoging was geplaatst, en kwam zo ongelukkig terecht, dat hij aan zijn verwondingen overleed. Door Agapitus' geloofsgenoten werd dit beschouwd als een teken uit de hemel, maar de keizer was woedend en schreef de dood van zijn rechter toe aan de magische toverkrachten die in Agapitus moesten huizen. Anders zou het joch immers allang aan zijn folteringen bezweken moeten zijn. Daarom liet hij de jongen in het plaatselijke amfitheater ten aanschouwen van een ademloos publiek voor twee uitgehongerde leeuwen neerzetten. Maar de dieren kropen naar hem toe en vlijden zich als makke lammetjes aan zijn voeten neer. Het publiek was ontroerd en begon te roepen om vrijlating van de jongen. Maar de keizer, die de spelen met zijn persoonlijke aanwezigheid opluisterde, was bang voor gezichtsverlies en gaf bevel om de knaap met het zwaard de genadeslag toe te dienen.
Verering & Cultuur
Reeds in de vijfde eeuw zegende paus Felix III († 492; feest 1 maart) te Palestrina een kerkje in, dat aan hem was toegewijd. De oorspronkelijke basiliek werd bij opgravingen in 1864 blootgelegd. In 445 had bisschop Chelidonius van Besançon het hoofd van deze jeugdige martelaar van zijn pelgrimsreis naar Rome mee naar huis gebracht. Hij gaf het een ereplaats in zijn St-Petruskerk. Later werd het overgebracht naar de kerk van St-Jean, waar het zich bevindt tot op de dag van vandaag. Er bevinden zich van hem relieken in Bologna en sinds 893 ook in Kremsmünster, Oostenrijk.
Hij is patroon van het stadje Palestrina. De kerk van het Belgische plaatsje Vliermaal is aan hem toegewijd.
Hij is ook beschermheilige van zieke kinderen en zwangere vrouwen; zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen buikpijn en kolieken.
Hij wordt afgebeeld opgehangen boven een brandstapel met het hoofd naar beneden; met een of meerdere leeuwen; met gloeiende kolen; met een kroon.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen