× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1221  Dominicus Guzmán

Info afb.

Dominicus Guzmán (ook van Caraluega), Bologna, Italië; stichter; † 1221.

Feest 24 mei (overbrenging & verheffing relieken in 1233) & † 6 & 8 augustus.

Dominicus' wieg stond in Caraluega, gelegen in de Spaanse provincie Burgos. Hoewel geschiedkundig gesproken zijn geboortedatum niet vaststaat, beweren sommige documenten dat hij op 24 juni 1170 het levenslicht zag. Daarmee is hij een tijdgenoot van Franciscus van Assisi (1180-1226; feest 4 oktober), de stichter van de franciscaner orde, die gekenmerkt wordt door armoede.
Zijn vader heette Felix de Guzmán; zijn moeder was de zalige Juana van Aza († 1190; feest 8 augustus).

Johanna van Aza op, Spanje; † ca 1190 (of 1205); feest (2 & ) 8 augustus.
Zij werd geboren op het kasteel van het geslacht Aza, dichtbij Aranda in Oud-Castilië. Zij huwde met Felix de Guzmán. Zij kregen twee zoons en een dochter. Daarna kwamen er geen kinderen meer, terwijl de beide echtelieden er bijzonder naar verlangden. Zij ondernamen zelfs een bedevaart naar het graf van de heilige Dominicus van Silos langs de weg naar Compostella. Hierna kregen ze inderdaad een kind, een zoon. Hij werd genoemd naar Dominicus van Silos: Dominicus Guzmán. Zijn moeder gaf hem een diepreligieuze opvoeding. Hij zou later de beroemde stichter worden van de Orde der Predikheren, ook wel naar hun stichter dominicanen geheten.
Er is een legende die vertelt, dat Dominicus' moeder tijdens haar zwangerschap eens droomde, dat zij een hond ter wereld bracht met een brandende fakkel in zijn bek. De Latijnse naam voor zijn latere volgelingen 'Dominicanes' werd ook wel uitgelegd als 'Domini Canes' = 'Honden van de Heer'!
[101a»Jane; 102»Jeanne; 106; 107; 224p:22; 282b:171]

Hij studeerde in de Spaanse plaats Palencia en werd in 1199 kanunnik te Osma; in 1201 was hij er subprior. In 1205 vertrok hij met de bisschop van Osma, Diego van Azevedo († 1207; feest 30 december), naar Denemarken om er de prinses op te gaan halen die bestemd was de echtgenote te worden van koning Alfonso VIII van Castilië. Maar onderweg hoorden ze, dat het meisjes intussen was overleden. Nu zetten ze koers naar Rome in de hoop dat de paus, op dat moment Innocentius III († 1216), hun toestemming zou geven om de Cumanen in de Oekraïne tot het christendom te bekeren. Maar de paus stuurde ze terug met de uitdrukkelijke opdracht om de cisterciënzer monniken te gaan helpen die in de Zuid-Franse landstreek Languedoc bezig waren de ketterse Albigenzen weer op het rechte pad te krijgen.

Ondanks hun goed bedoelde pogingen hadden de cisterciënzers tot dan toe nauwelijks succes gehad met hun bekeringswerk.
In 1206 richtte bisschop Diego te Prouille bij Toulouse een missiecentrum in om van daaruit onder de katharen te kunnen werken. In datzelfde jaar opende Dominicus er een klooster voor ketterse vrouwen die tot de Moederkerk waren teruggekeerd. Deze stichting zou later uitgroeien tot de orde der dominicanessen.

Toen in 1207 bisschop Diego overleed, lag het voor de hand dat hij, Dominicus, de leiding van deze onderneming op zich nam. Het was hem intussen zonneklaar geworden, dat hij geschoolde helpers nodig had: goed opgeleide priesters, die in discussies hun mannetje zouden staan en tegelijk met hart en ziel toegewijd waren aan de zaak van Christus: kortom een orde van uitstekend opgeleide priester-religieuzen, die net als de Katharen aan versterving, boete en gebed zouden doen, maar dan binnen het kader van een meer gezonde theologie en geloofsopvatting. Immers in een tijd dat de meeste geestelijken meer aandacht hadden voor uiterlijke rijkdom dan voor de rijkdom van hart, hechtten de gewone mensen meer geloof aan predikanten die hun woorden kracht bijzetten met een indrukwekkende levenswijze, zoals de katharen met hun overdreven vasten- en boetepraktijken, dan aan ijdele verkondigers in protserige gewaden en fantastische luxe. En de weinigen die wel in armoede leefden, zoals de cisterciënzers, hadden te weinig scholing om het in de soms dagenlang durende discussies op te kunnen nemen tegen de goed onderlegde ketters.

Zo stichtte Dominicus in 1215 de orde der predikheren, die reeds een jaar later door paus Honorius III († 1227) officieel werd goedgekeurd. De leden ervan worden ook wel naar hun stichter 'dominicanen' genoemd.
In 1217 stichtte hij in Segovia het eerste Spaanse klooster van zijn orde. Eén jaar vóór Dominicus' dood waren er in geheel Europa niet meer dan vijfentwintig afgestudeerde doctores in de theologie. Zo'n vijftig jaar later telde zijn orde er alleen al ongeveer zevenhonderd, verspreid over Italië, Frankrijk, Spanje, Engeland, Hongarije en tal van andere landen. In de loop van de geschiedenis zijn de dominicanen over de hele wereld uitgegroeid tot een van de meest verspreide en invloedrijke kloosterorden.

Een jaar na zijn dood werd hij opgevolgd door Jordanus van Saksen († 1237; feest 13 februari).

Verering & Cultuur
Hij werd begraven in de kerk van Bologna. In 1233 werd zijn stoffelijk overschot op bevel van paus Gregorius IX († 1242) opgegraven en plechtig tot de eer der altaren verheven. Tot op de dag van vandaag trekken er jaarlijks vele bedevaartgangers naar zijn graf in de San-Domenicokerk.
Zijn volgelingen worden dus predikheren of naar hem ‘dominicanen genoemd’; ze gaan gekleed in een wit habijt met zwart scapulier (overgooier). Het “Mestreechsen Dictionair” kent nog een andere betekenis van ‘dominicaan’: boterham van snee zwart- en snee witbrood. Ook het Gents zou deze betekenis kennen, aldus het dictionair.

Patronaten
Hij is patroon van Bologna, van de Dominicaanse Republiek, van Santo Domingo (voluit: Santo Domingo de Guzmán; Dominicaanse Republiek) alsmede van Palermo en de Spaanse steden Córdoba en Segovia.
Daarnaast is hij beschermheilige van astronomen; van papierfabrikanten en sigarenmakers; en van kleermakers en naaisters. Zij voorspraak wordt ingeroepen tegen koorts en tegen hagel.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als dominicaan; met een boek en een lelie; krans van haar om het kaalgeschoren hoofd; ster voor de borst of boven het hoofd (deze verscheen op het voorhoofd van Dominicus); gevlekte hond met een fakkel in de bek waarmee hij de aardbol in brand steekt (naar de legende van zijn moeders droom); toorts; met een monstrans; met zijn moeder Juana van Aza; met Sint Franciscus. Bekend is ook de afbeelding dat hij - tezamen met de dominicanes Catharina van Siena († 1380; feest 29 april) uit handen van de Moeder Gods een rozenkrans ontvangt.

In 1946 publiceerden Gabriël Smit (rijmpjes) & Piet Worm (prentjes) een boekje over heiligen voor kinderen: ‘Roosjes uit de Hemeltuin’; Utrecht/Antwerpen, De Fontein. Het bevat ook een rijmpje voor Dominicus:

Opdat gij eens aan ons zoudt leren
Hoe met de rozenkrans wij allen
Maria ’t liefste konden eren,
Schonk zij eens u met welgevallen
Dit kralensnoer. Leer mij ook dit,
Dominicus, dat ‘k beter bid.


Bronnen
[100»05.24:praetermissi; 101a; 102; 103; 104; 105; 106(ook»05.24); 108; 115a; 252»05.24:overbrenging; 288»05.24:overbrenging; 361; 370/6p:131»overbrenging; 373p:34(embleem); 374p:130; 500; Dries van den Akker s.j./2000.04.04]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen