× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 33  JEZUS' Gedaanteverandering

Info afb.

Jezus’ Gedaanteverandering (ook Transfiguratie) op de Berg Tabor; ca 33.

Feest 6 augustus.

We vinden het verhaal bij alle drie de synoptische evangelisten (Matteus, Markus en Lukas). We volgen hieronder de weergave van Lukas 09,28-36:

Ongeveer acht dagen na deze woorden nam Hij Petrus, Johannes en Jakobus met zich mee en besteeg de berg om er te bidden. Terwijl Hij in gebed was, veranderde zijn gelaat van aanblik en werden zijn kleren verblindend wit. En zie, twee mannen waren met Hem in gesprek; het waren Mozes en Elia die in heerlijkheid verschenen waren en spraken over zijn heengaan, dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken. Petrus en zijn metgezellen waren intussen door slaap overmand. Klaarwakker geworden zagen zij zijn heerlijkheid en de twee mannen die bij Hem stonden. Toen dezen van Hem heen wilden gaan, zei Petrus tot Jezus: 'Meester, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.' Maar hij wist niet wat hij zei. Terwijl hij zo sprak, kwam er een wolk die hen overschaduwde. Toen de wolk hen omhulde, werden zij door vrees bewogen. Uit de wolk klonk een stem die sprak: 'Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem!' Terwijl de stem weerklonk, bevonden zij dat Jezus alleen was. Zij zwegen er over en verhaalden in die tijd aan niemand iets van wat zij gezien hadden.

Lukas 09,28-36: Commentaar

28 Ongeveer acht dagen na deze woorden nam Hij Petrus, Johannes en Jakobus met zich mee en besteeg de berg om er te bidden.

Net als Mozes bestijgt ook Jezus de berg om dichtbij God te zijn en te bidden. De drie genoemde apostelen zijn getuigen van bijzonder momenten: de opwekking van het dochtertje van Jaïrus en de gedaanteverandering in Gethsemani.

Vooral dat laatste is veelzeggend. Want de gedaanteverandering op de Tabor en die in Gethsemani zijn a.h.w. de positief en de negatief van dezelfde foto. Enkele opvallende overeenkomsten: in beide verhalen figureren dezelfde drie leerlingen; in beide verhalen vallen ze in slaap! Beide verhalen spelen zich af op een berg. In Gethsemani bidt Jezus tot de 'Vader', hier komt het woord vanuit de hemel tot de 'zoon'. Op de Tabor wordt gesproken over Jezus' uitgang te Jeruzalem; in Gethsemani is die ingezet.

Overigens is Lukas de evangelist van het gebed. Jezus was ook in gebed toen Hij uit het water van de Jordaan opsteeg, en dezelfde stem uit de hemel klonk... Lukas' evangelie heeft de meeste instructies over het gebed van de 4 evangelies.

29 Terwijl Hij in gebed was, veranderde zijn gelaat van aanblik en werden zijn kleren verblindend wit.

Bij Mozes viel de glans van Gods geheim van zijn gelaat af te lezen, bij Jezus komt ze van binnen uit!

30 En zie, twee mannen waren met Hem in gesprek; het waren Mozes en Elia

31 die in heerlijkheid verschenen waren en spraken over zijn heengaan, dat Hij in Jeruzalem zou voltrekken.

In Mozes en Elia komen de Wet en de Profeten (het hele Oude Testament dus) getuigenis afleggen dat Jezus hun vervulling is. Tegen de Emmausgangers zal Jezus zeggen: "O onverstandigen, zo traag van hart in alles wat de profeten gezegd hebben. Moest de Christus dit alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?" Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had... (Lukas 24,25-27).

32 Petrus en zijn metgezellen waren intussen door slaap overmand. Klaar wakker geworden zagen zij zijn heerlijkheid en de twee mannen die bij Hem stonden.

33 Toen dezen van Hem heen wilden gaan, zei Petrus tot Jezus:

"Meester, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten bouwen, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia." Maar hij wist niet wat hij zei.

Petrus wil op de berg, ver van de mensen, Gods woning opslaan. Maar Jezus' zending beweegt zich niet van de mensen af en verheft zich juist niet boven het gewone mensengedoe. Integendeel, Hij zal diep in ons bestaan binnendringen, zelfs tot in de dood. Later zal Johannes schrijven: "Het Woord is vlees geworden, en het heeft onder ons zijn tent opgeslagen." In feite wil Petrus hier een tempel bouwen. Maar hij wist niet wat hij zei.

34 Terwijl hij zo sprak, kwam er een wolk die hen overschaduwde. Toen de wolk hen omhulde, werden zij door vrees bewogen.

Een godsverschijning. Benieuwd wat die te melden heeft.

35 Uit de wolk klonk een stem die sprak:
"Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem!"

Dezelfde stem uit de wolk die klonk in Lukas 03 bij Jezus' doop herhaalt zijn boodschap: dat dit Gods Zoon en dat wij naar Hem moeten luisteren. Destijds had Jezus zich tussen de zondaars geschaard, en daarmee zijn levensprogram aangegeven ('Hij gaat om met tollenaars en zondaars...'. 'Hij is tot de misdadigers gerekend'). Toen reeds bezwoer de stem dat we ons in Hem niet moesten vergissen. We moesten door de gestalte die zich bij de zondaars had geschaard, heenkijken en in zijn solidariteit met de viezerikken en vuilakken Gods bedoeling, Gods Geest in herkennen. Nu krijgen wij dat nogmaals te horen en te zien. Opdat wij ons over enkele dagen, wanneer Hij bloed zweet en de laagste van alle doodstraffen zal streven, de kruisdood, deze woorden zullen herinneren.

36 Terwijl de stem weerklonk, bevonden zij dat Jezus alleen was. Zij zwegen er over en verhaalden in die tijd aan niemand iets van wat zij gezien hadden.

Markus tekent steeds aan dat Jezus hun zelf op het hart drukte er niets over te zeggen, zolang hij niet door zijn lijden en dood gegaan zou zijn. Hier maakt de schrijver ons erop attent. De bedoeling lijkt mij dezelfde: zolang Jezus nog niet doorlijden en dood gegaan is, moet je niet over zijn heerlijkheid beginnen; je zou Hem er geen recht mee doen. Je zou het werkelijke mysterie van zijn zending en zijn persoon overslaan.


© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen