× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 635  Tenenan van St-Pol-de Léon

Info afb.

Tenenan (ook Elenan, Eleran, Enéran, Nenan, Ténégan, Telenan, Tenenanus, Tenennanus, Tiner, Tinidor, Tiniradus, To-nenan) van St-Pol-de-Léon, Bretagne, Frankrijk; † ca 635.

Feest 16 juli.

Kluizenaar

Er zijn over Sint Tenenan zoveel verschillende verhalen in omloop dat geschiedkundigen het erop houden dat er drie heiligen van deze naam geweest moeten zijn: hun levensberichten zouden in de loop van de middeleeuwen met elkaar verstrengeld zijn. Zij onderscheiden een Tenenan van Ierse afkomst uit de 5e eeuw, een andere van Wales uit de 6e eeuw en een derde, waarschijnlijk ook van Wales uit de 9e eeuw. Het verhaal zoals het nu wordt gepresenteerd beperkt zich tot de middelste.

Hij was dus waarschijnlijk afkomstig uit Wales en werd halverwege de 6e eeuw uit christenouders geboren. Van jongs af aan verlangde hij ernaar zijn leven geheel en al aan God toe te wijden; hij bad langdurig, deed boete en versterving, leefde in afzondering en vertelde de mensen over de rijkdom van het geloof. Maar de hertogin van Arondel had alleen maar oog voor zijn uiterlijke schoonheid. In zijn gebed vroeg hij van haar toenaderingspogingen verlost te mogen zijn, en dat God dus de schoonheid van hem wegnam en er lelijkheid voor in de plaats gaf. Prompt werd hij getroffen door de ziekte van de melaatsheid. Nu was hij ook genoodzaakt afscheid te nemen van het hoofse leven thuis, en hij vertrok naar het klooster van Sint Karanteg († 5e eeuw; feest 16 mei). Daar aangekomen bleek zijn ziekte verdwenen.

Zelfs het leven in zo'n streng klooster kon hem geen voldoening schenken; de eenzaamheid bleef trekken. Zo stak hij Het Kanaal over en ging aan de overkant in het huidige Bretagne (dat toen Armorica heette) bij de rivier Elorn aan land. Aanvankelijk vond hij wat hij zocht: eenzaamheid. Maar zijn aanwezigheid kon niet verborgen blijven en stilaan werd hij steeds meer bezocht door mensen, die bij hem om 'genezing naar ziel of lichaam' kwamen smeken.

Bisschop

Toen de bisschop van Léon, het bisdom waar zijn kluizenarij onder viel, overleed was het de Heilige Geest zelf die de plaatselijke geestelijkheid ingaf om Tenenan als opvolger te kiezen. Hij weigerde pertinent totdat hij er niet meer omheen kon dat het werkelijk de Heilige Geest was die achter het verzoek van de geestelijken zat.

Volgens sommige bronnen volgde hij Sint Goulven († 616; feest 1 juli) op als bisschop. Gelet op de jaartallen zou dat zeer wel mogelijk kunnen zijn.

Zo nam hij dus bezit van de bisschopszetel in St-Pol de Léon. Kort na zijn verkiezing begon hij aan de bouw van twee kerken aan de rand van het bos waar hij als kluizenaar had gewoond: één in het zuiden: thans uitgegroeid tot La Forêt-Landerneau ('Landerneau' = 'kluizenarij van Tenedor'). De andere te Plabennec in het noorden.

Met deze laatste plek voelde hij zich het meest verbonden. Dat moge ook blijken uit de wonderlijke legende die over een priester uit deze plaats wordt verteld.

Legende

Eens bracht de plaatselijke priester de Heilige Hostie naar een zieke. Het weer was bar en de weg slecht. Vandaar dat hij niet in de gaten had dat hij het Allerheiligste onderweg verloor. Dat merkte hij pas bij de zieke. Onmiddellijk ging hij terug, maar hoe hij ook zocht en speurde, het Sacrament was nergens meer te bekennen. Ten einde raad en diepbedroefd begaf hij zich naar de bisschop in St-Pol, wierp zich voor zijn voeten en biechtte hem onder tranen en zuchten het hele verhaal op. Ook de bisschop werd er treurig van. Hij begaf zich in gebed en vroeg de goede God of Hij hem wilde openbaren waar de Heilige Hostie gebleven was. En zijn gebed werd verhoord.

Want zodra hij naar de kathedraal was gegaan voor het getijdengebed, kwam er vanuit de gewelven van het koor en schitterend witte duif naar beneden gevlogen met in zijn bek een uitlopende eikentak. Deze legde hij voor de bisschop op de leuning van zijn zetel. Toen hij deze eens goed bekeek, zag hij dat er een zwerm honingbijen inzat. Hij verjoeg ze en ontdekte dat de diertjes een soort heiligdom van was hadden gefabriceerd in de vorm van een tabernakel, ongeveer zo groot als een gewoon kippenei, zacht goud-glanzend van de honing. Toen hij het openmaakte, trof hij daarin de Heilige Hostie. Hij deponeerde hem met zorg in de ciborie en loofde en dankte God voor zo'n groot wonder.

Verering & Cultuur

Men neemt aan dat hij gestorven is in zijn geliefde Plabennec. In ieder geval werden er tot de invallen van de Noormannen zijn relieken bewaard en vereerd. Om ze tegen ontheiliging door de Vikingen te beschermen wierp men ze met een klokje in het naburige Meer van Meloüet. De klok is nooit meer teruggevonden, maar de relieken wel. Ze bevinden zich weer in de kerk.

In Plabennec herinnert nog 'La Motte' aan Sint Ténénan, want in de 11e eeuw heette die bult in het landschap 'Kastell Ténénan' (= kasteel van Ténénan). Naast Plabennec en Forêt-Landerneau is hij ook patroon van Guerlesquin. De plaatselijke kerken zijn er aan hem toegewijd.

Priziac verstaat de naam Landerneau niet als 'Lan-Ténédor', maar voert hem terug op een heilige kluizenaar Ternoc († vroege middeleeuwen; feest 3 oktober). Ook Lobineau maakt melding van deze naamsuitleg; volgens hem wordt Sint Ternoc - die geen ander schijnt te zijn dan bisschop Tigernac - gevierd op 11 oktober.

[Lo1.1837p:lxix;Pzc.2002p:370]

Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen krampen en steken in de zij.


Bronnen
[Aut.1986; Cha.1995; D'A.1985p:142(abusievelijk Laon ipv Lé on); DSB.1979; Gby.1991p:170; Lo2.1837p:72; Dries van den Akker s.j./2004.01.15]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen