× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1e eeuw  Martinianus van Rome met Processus

Info afb.

Martinianus van Rome, Italië; martelaar met Processus; † 1e eeuw (69?).

Feest 11 april (oosterse kerk) & 31 mei & 2 juli.

Twee martelaren, die vanaf het begin van het christendom in Rome grote verering genoten. Er is een verslag van hun marteldood bewaard gebleven uit de 6e eeuw, maar volgens moderne geschiedkundige opvattingen berust dat geheel en al op legende.

Legende

Toen de apostelen Petrus en Paulus op bevel van keizer Nero werden opgesloten in de Mamertijnse gevangenis te Rome, waren het o.a. de soldaten Processus en Martinianus, die met hun bewaking werden belast. Zo waren zij getuige van de talloze wonderdaden en genezingen die de beide apostelen verrichtten bij allen die naar hen te kwamen. Vandaar, dat ze op een goede dag besloten zich te bekeren tot het geloof in Christus. Zij wendden zich tot de beide apostelen:

"U zit nu al negen maanden in de gevangenis op bevel van keizer Nero. Maar er gebeurt verder niks. Ze zullen u dus wel vergeten zijn. Wat ons betreft kunt u gerust vertrekken. Maar voor u gaat, zouden wij u willen vragen of u ons wilt dopen, want wij willen horen bij degene in wiens naam u zoveel wondertekenen doet."

De apostelen antwoordden: "Als jullie het ware geloof aannemen, zullen jullie dezelfde wondertekenen kunnen doen als wij."

Daarop riepen ze, dat ze geloofden en dat ze dorst hadden naar het levende water van Christus. Petrus liet met een enkel woord ter plekke een bron ontspringen. Met dat water doopte hij de beide soldaten en nog 57 anderen, zowel mannen als vrouwen. Tot op de dag van vandaag - aldus de legende - is die bron niet opgedroogd!

De bron die Petrus voor deze mensen doet ontspringen, is natuurlijk tegelijk symbool voor het nieuwe geloof, waarvan hij ze deelgenoot maakt en die hun nieuw leven geeft, waaraan geen einde komt...

Dit alles kon natuurlijk niet verborgen blijven. Al gauw was het gerucht hiervan doorgedrongen tot bij de stadsprefect, Paulinus geheten. Deze liet Processus en Martinianus voor zich verschijnen en zei:

"Wat hoor ik nu? Hebben jullie de goede oude godsdienst van onze Romeinse voorvaderen verlaten in ruil voor dat onzinnige geloof, dat hier tegenwoordig gepreekt wordt? Waar blijft jullie trouw aan de keizer? Denk aan je militaire onderscheidingen: dat gaan jullie toch niet allemaal op het spel zetten?"

Maar de twee soldaten antwoordden onverschrokken, dat ze nu pas door het licht van Christus inzagen hoezeer ze vroeger in het duister hadden gewandeld. Ze dachten er niet aan van de ingeslagen weg terug te komen.

Omdat Paulinus wel zag, dat hij zo niet verder kwam, liet hij hen met keien de tanden en kiezen uit de mond slaan. Maar de twee bleven standvastig en zelfs tijdens de folteringen zongen ze nog Gods lof. Er werd een afgodsbeeld van Jupiter aangesleept met de bedoeling, dat ze wierook zouden branden. Maar ze weigerden. Daarop werden de folteringen opgevoerd.

Onder de toeschouwers bevond zich een Romeinse vrouwe Lucina, die hen toeriep dat ze vol moesten houden. Want het lijden van deze tijd duurde maar even en woog niet op tegen de heerlijkheid die hen onmiddellijk na dit leven te wachten stond: "Toon je waardige soldaten van Christus!"

Om te voorkomen, dat haar aanmoedigingen tot hen zouden doordringen, kregen soldaten de opdracht in hun oren te schreeuwen en zo de woorden van de vrouw te overstemmen. Ze moesten roepen: "Je hoeft maar als goed soldaat de bevelen van de keizer op te volgen en die godsdienst af te zweren, en je bent weer een vrij man."

Het werd allemaal nog dramatischer, toen prefect Paulinus in de tijd van deze verhoren een oog verloor en aan de gevolgen ervan enige tijd later overleed. In plaats dat men dit beschouwde als een straf van God, vermoedden de Romeinse overheden dat de twee soldaten hier achter zaten en zwarte kunst hadden gebruikt. Met het gevolg, dat Paulinus' zoon, Pompinus, het plan opvatte om zijn vader te wreken op de beide gevangenen. Omdat keizer Nero hem wilde behoeden voor zulke onbesuisde daden, waarmee hij zichzelf in grote moeilijkheden zou brengen, benoemde hij snel ene Cesarius als opvolger voor Paulinus en beval hem zo snel mogelijk over te gaan tot de doodstraf. Deze liet Processus en Martinianus onmiddellijk naar de terechtstellingsplaats buiten de stadsmuur brengen. Daar werden zij met het zwaard onthoofd.

Men liet hun lijken in het open veld achter met de bedoeling, dat ze door wilde beesten zouden worden opgevreten. Maar vrouwe Lucina, die met haar hele huishouden de beide martelaren gevolgd was, liet de martelaren ophalen, verzorgde ze met balsem en reukwerken en gaf hen een passende begrafenis in een door haar aangelegd graf bij de tweede mijlpaal aan de Via Aurelia.

Verering & Cultuur

Zoals gezegd genoten beide martelaren vanaf de eerste eeuwen een grote verering. In de vierde eeuw verrees er een basiliek boven hun graf.

Het was paus Paschalis I († 824; feest 14 mei), die hun relieken liet overbrengen naar de St-Pieter, waarschijnlijk omdat zij zo nauw verbonden geweest met de kopstukken van de kerk. Daar rusten ze nog steeds.

Sinds de liturgische wijzigingen van het Tweede Vaticaans Concilie in 1969 figureren zij nog slechts hier en daar op plaatselijke heiligenkalenders.


Bronnen
[101; 101a; 102; 104; 106; 107; 108; 111; 111a; 115; 122; 139; 140; 149; 229; 346p:115; 390/7p:613; 500; Dries van den Akker s.j./2000.03.02]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen