×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Casimir (gedoopt Michael) Cypher ofm.conv., Honduras; martelaar; † 1975.
Feest 25 juni.
Pater Casimir Cypher was afkomstig uit de verenigde Staten uit een boerengezin in Medford, Wisconsin. Hij was op 9 juni 1939 geboren. Er waren twaalf kinderen: negen jongens en drie meisjes. Op zijn 18e trad hij in bij de Conventuele Franciscanen te Lake-Forest, Illinois. Na zijn theologiestudies aan de Loyola-universiteit te Chicago ontving hij in 1968 de priesterwijding. Hij wilde het liefst naar de missie van de franciscanen in Honduras. In 1974 was het zover: hij werd benoemd in de St-Hiëronymusparochie te Gualaco, Honduras.
Hoewel hij met zijn Amerikaans accent gebrekkig Spaans sprak, won hij de harten van zijn gelovigen door zijn eenvoud. Zijn grootste liefde ging vooral uit naar kinderen. Een medewerker beschrijft hem als een "wat saaie priester van 35 met een welgemeende liefde voor armen, bejaarden en zieken. Op het eerste gezicht dacht je met een simpele ziel te maken te hebben. Maar wie hem beter leerde kennen, begon oog te krijgen voor zijn intelligentie, zijn diep-doorleefde geloof, de manier waarop hij van alle dingen hield en de manier vooral waarop hij God diende en de naasten. Dan begon je te beseffen wat een buitengewoon man dit was."
Begin 1975 werd hij overgeplaatst naar de verlaten missiepost van San Esteban, een afgelegen dorpje waar ze sinds lang geen priester meer hadden gezien. Daar bezocht hij met zijn vrachwagentje de mensen; hij vervoerde er zieken mee naar het ziekenhuis en wist op die manier heel wat levens te redden.
Zo had hij op 25 juni 1975 een zieke boer voor een consult bij de dokter in het ziekenhuis van de provincie-hoofdtad Juticalpa gereden. Het zag er naar uit dat het wel even kon duren; hij maakte dus van de gelegenheid gebruik een aantal reparaties aan zijn vrachtwagentje te laten uitvoeren. Hij verkortte het wachten met een wandelingetje naar het centrum van de stad. Juist op dat moment was er een demonstratie aan de gang van arme boeren die opkwamen voor het recht op een eigen stukje grond. De machthebbers zagen hierin een communistische actie en hadden de strengste tegenmaatregelen getroffen. Het wemelde van soldaten en politie. Ieder werd aangehouden en gefouilleerd. De politie zocht vooral één van de leiding-gevende priesters, de Fransman Michael Piton. Toen Pater Cypher op een controlepost stootte, moest hij zich legitimeren. Hij toonde zijn rijbewijs, waarin hij stond aangetekend met zijn doopnaam, Michael. En hij was priester. Tevergeefs probeerde hij de soldaten ervan te overtuigen dat er toeval in het spel was. Die nacht is hij buiten de stad doodgeschoten.
Toen na lang aandringen van de kerkelijke autoriteiten half juli de plaats werd gewezen waar men hem in een put had gedumpt, kwamen er nog de lijken tevoorschijn van pater Ivan Betancourt (35 jaar), een priester uit Colombia; Maria Elena Bolivar, een leken-zuster uit Colombia en schoonzuster van Ivan Betancourt; Ruth García, een studentenleider. Bij dezelfde gelegenheid werden ook door het hoofd geschoten: Alejandro Figueroa, Arnulfo Gomez, Fausto Cruz, Francisco Colindres, Juan Benito Montoya, Maximo Aguilera en Oscar Ovidio Ortíz, boeren; Lincoln Coleman, secretaris van de Nationale Boeren Unie; Ramon Andrade, medewerker van de radioschool en Bernardo Rivera, technisch adviseur.
Pater Cypher werd begraven in de Hondurese parochie waar hij was begonnen: Gualaco. Hij is de eerste amerikaan die in Centraal-Amerika werd gedood door een reactionaire groepering.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen