×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Rivanone (ook Rivannon, Rivanon, Rivanona, Rivanonna of Riwanon); weduwe & kluizenares; † 535.
Feest 19 juni.
Zij was van Bretonse afkomst en zou de moeder worden van Sint Hervé († 575; feest 17 juni), de blinde patroonheilige uit Bretagne van zangers en dichters.
De ontmoeting met haar man Hyvarnion (ook Harvian, Hervian, of Houarneau: † ca 526; feest 5 december) is een bijzondere geschiedenis. Hyvarnion was een Ier. Hij diende als bard aan de Ierse hoven. Dergelijke mensen stonden in de Keltische samenleving in hoog aanzien: ze kwamen in rang onmiddellijk na de koning. Bovendien wordt van Hyvarnion gezegd dat hij niet alleen een zeer begaafd zanger en tekstdichter was, maar ook een wijs man. Op een goed moment is hij naar het vasteland overgestoken, wellicht met de grote stroom monniken, kluizenaars en kluizenaressen mee die in de loop van de 5e en 6e eeuw in Bretagne de stilte zochten voor een Godgewijd leven. Een andere traditie meent dat hij werd aangetrokken door koning Childebert die erom bekend stond beoefenaars van kunsten en wetenschappen een warm hart toe te dragen, en rond zich aan zijn hof te verzamelen.
Toen de Frankische koning Childebert († 558) vernam dat zich een bard op zijn grondgebied bevond, nodigde hij hem onmiddellijk bij zich uit aan het hof in Parijs. Maar de sfeer daar beviel de heilige man helemaal niet. Hij begon erover te denken naar Ierland terug te keren. De koning raadde hem aan langs te gaan bij zijn getrouwe vazalkoning Conomor van Domnonée; hij resideerde in Carhaix, Bretagne. Childebert gaf Hyvarnion een aanbevelingsbrief mee, waarin hij zijn Bretonse vriend vroeg een schip uit te rusten om Hyvarnion naar zijn vaderland terug te laten gaan. Een andere traditie meent dat het hier gaat om koning Judual. Deze ontving zijn belangrijke gast met passend eerbetoon. Hij vond het jammer dat zo’n waardig man binnenkort zijn grondgebied weer zou verlaten en smeekte de hemel dat hij hem voor zich mocht behouden. Dat gebed werd verhoord.
Alles was al in gereedheid voor de oversteek, toen Hivarnion enkele keren achter elkaar dezelfde droom had: hem werd een meisje getoond waarvan gezegd werd dat hij ermee moest trouwen. Maar hij had zich geheel en al aan God gewijd. Toen verscheen hem een engel die hem uitlegde dat de jonge vrouw Rivanone (ook Riwanon: † 535; feest 19 juni) heette, dat hij haar morgen zou ontmoeten en dat hij met haar moest trouwen: “Uit jullie zal een groot heilige geboren worden.”
De volgende morgen ontmoette hij inderdaad het meisje van zijn dromen. Dat gebeurde bij de bron in Landouzan, vlakbij Drennec. Zij had dezelfde dromen gehad als hij, terwijl ook zij zich had voorgenomen in dienst van God maagd te blijven. Zij was ouderloos. Haar broer, Rivoaré ook Rigour : † 6e eeuw; feest 19 september) moest toestemming geven. Zo trouwden twee mensen met elkaar die daar geen van beiden naar verlangd hadden. De ochtend na de huwelijksnacht zei Rivanone tegen haar man: “Als het een jongen wordt, vraag ik aan de goede God dat hij nooit en te nimmer het valse, bedrieglijke licht van deze wereld hoeft te zien.” Waarop de vader verdrietig antwoordde: “Als hij dan maar wel steeds de hemelse heerlijkheid voor ogen mag hebben.”
Zo komt het dat Hervé van zijn geboorte af blind was.
Hij werd geboren te Lanrioul, in Plouzévédé bij Treflaouénan. Zijn moeder leerde hem de heilige gebeden en gezangen. Naar het schijnt stierf Hyvarnion vijf jaar na Hervé’s geboorte. Toen de jongen zeven jaar oud was, kende hij alle psalmen en godsdienstige liederen van buiten. Nu vertrouwde ze hem toe aan een plaatselijke wijze, Arzian (of Harchian: † 6e eeuw; feest 22 juni) geheten. Deze zorgde voor zijn verdere vorming. Rivanone trok zich ergens terug in de wildernis om de laatste jaren van haar leven met een aantal andere vrouwen als kluizenares door te brengen. Tot dat gezelschap behoorde Sint Christine († 575; feest 22 juni). Na jaren van studie groeide in de jongeman die Hervé intussen geworden was, het verlangen zijn moedeer nog één keer te ontmoeten.
Hij wendde zich met zijn verzoek tot Urfol (ook Urfoed of Urfold: † 6e eeuw; feest 17 september), een oom uit de familie van zijn moeder, die ook min of meer een monniksleven leidde. Deze was bereid op zoek te gaan naar zijn moeder. In de tussentijd zou Hervé op zijn woning passen, het huidige Bourg-Blanc, geholpen door een knechtje, Guic’haran geheten.
Na verloop van tijd keerde Urfol terug en wees Hervé de weg naar zijn moeder. Juist op tijd. Want zij was door het vasten en de boetepraktijken zo verzwakt dat zij op sterven lag. Na haar dood gaf hij haar een eerbiedige begrafenis. Hij zag en hoorde hoe de zingende engelen de ziel van zijn moeder in de hemel opnamen.
Ze werd ter plaatse begraven, het huidige Lannuzan bij Tréflaouénan (Finstère). Het gehucht Lanrivanan nog meer naar het westen (Plouguin, gem. Ploudalmezeau, Finistère) draagt nog aan haar naam.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen