× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 597  Columkille van Iona

Info afb.
Onder: Thuis

Columkille (Chaluimchille, Colm, Colmcille, Colme, Colum-cille, Columba, Columbanus Sr, Columbkill, Columbus of Columcille) van Iona (ook van Caledonia of van Hy), Schotland;
kluizenaar, abt & apostel; † 597.

Feest 9 juni.

De moeder van Sint Columkille van Iona heette Eithne. Zij speelt een rol in de legenden die rond Columkille’s geboorte geweven zijn. Toen het moment van de bevalling naderde, had Eithne een droom. Haar verscheen een engel die haar een schitterend veelkleurig gewaad gaf. Het leek wel of de kleuren van alle bloemen van de wereld erop terug te vinden waren. Maar na korte tijd nam de engel het kleed haar uit handen, spreidde het uit en liet het door de lucht zweven. De vrouw werd er verdrietig van en zei tot de engel: “Waarom neemt u mij dat mooie kleed zo vlug weer af?” Waarop de engel antwoordde: “U kunt het niet te lang bij u houden, want het is het allereerbiedwaardigste op deze wereld.” Intussen zag de vrouw hoe het kleed steeds verder van haar wegzweefde. Het spreidde zich boven het land uit en werd zelfs groter dan de bergen en de bossen. En de vrouw hoorde zeggen: “Wees niet verdrietig. U zult een zoon ter wereld brengen die veel genade zal ontvangen. God heeft hem voorbestemd om talloze zielen naar de hemel te leiden.” Daarop ontwaakte de vrouw.
[naar Erika Dühnfort ‘Ierse heiligen, helden en druïden’ Zeist, Uitg. Christofoor, 1982 ISBN 90-6238-232-0 p:128]

In zijn levensverhaal wordt kortweg verteld dat hij twee jaar na de slag bij Cul-Dreimnhe (of Cul-drebene, ca 561) vertrok als 'peregrinus' om zijn vreemdelingschap te beleven.
Op het moment dat Columkille als peregrinus uit Ierland vertrok, moet hij rond de veertig geweest zijn. Latere verhalen zullen verband leggen tussen de genoemde oorlog en zijn vreemdelingschap. In dit verband is het niet zo belangrijk te achterhalen of en in hoeverre de verhalen historisch juist zijn. Ons interesseert veeleer wat men heeft willen vertellen. Juist als de feiten in een bepaald licht worden geplaatst, is dat voor ons des te leerzamer: waar vertellen de verhalen eigenlijk van?

We pakken de draad op als Columkille in Ierland een alom gewaardeerde abt is, die reeds de stichting van meerdere kloosters op zijn naam heeft staan. Hij was van hoog-adellijke afkomst en was gewend dat hij werd gehoorzaamd. In zijn gebedsleven was geen versterving te bar of hij bracht ze in praktijk, allemaal ter liefde Gods: hij at en dronk nauwelijks, kon met een hazenslaapje toe, bad op één dag alle honderdvijftig psalmen plus nog een aantal andere gebeden, waarbij hij aan het slot van elke psalm en elk gebed drie kniebuigingen maakte uit eerbied voor de Drie-Eenheid. Soms bracht hij uren tot aan zijn middel of borst in ijskoud water door... Alles om zich te trainen in geloof. Om zich ervan bewust te blijven dat het lijden van deze tijd niet opweegt tegen wat ons nog te wachten staat en erop deze manier alvast op vooruit te lopen. Om tegen de slaap te vechten deed hij handwerk (en dat voor een man van adel! Hij maakte zich daarmee gelijk aan een slaaf, net als Jezus). Hij schreef bijzonder graag heilige boeken af. Zo logeerde hij eens in het klooster van Maghbile, waar ze een mooi psalmenboek hadden. 's Nachts liet hij zich insluiten in de kloosterkerk, haalde de stiekem meegebrachte veer, inktpot en olielamp tevoorschijn en begon. Hij was er zeer bedreven in en het heet dat hij het hele psalmenboek in één nacht afhad. Maar de broeder die die nacht de wacht had, zag lichtschijnsel in de kerk. Hij waarschuwde de abt en zo kwam Columkille's activiteit aan het licht. Hier was volgens de kloosterregel sprake van flagrante ongehoorzaamheid. Het ergste was dat Columkille geen tekenen van berouw vertoonde: en dat voor een abt! Hier paste een forse straf. Maar de abt van het klooster volstond ermee het nieuwe boek voor het klooster op te eisen. Columkille weigerde botweg. Hij nam zijn toevlucht tot de koning. Maar deze vond dat hij in het ongelijk was. Toen kort daarna een moordenaar in het klooster van Columkille zijn toevlucht zocht en de soldaten van de koning zich niets van het asielrecht aantrokken en de boosdoener uit de kerk zelf wegsleepten, was voor Columkille de maat vol. Hij begaf zich naar het paleis, beschuldigde ten aanhoren van alle aanwezigen de koning van hoogmoed en namens al zijn familieleden gaf hij hier te kennen dat zij hem niet meer als hun koning beschouwden. Zij zullen mijn klachten aanhoren en u gewapenderhand mores komen leren!" Dit leidde tot de slag bij Cul-Dreimnhe, waarbij talloze doden vielen. Intussen stond Columkille terzijde en bad voor de goede afloop.

De andere abten van Ierland kwamen bijeen om zich af te vragen wat ze moesten doen. Ze veroordeelden Columkille omdat hij oorlog had gepreekt in plaats van vrede. Hij werd geëxcommuniceerd, buiten de geloofsgemeenschap gestoten. Toen de opstandige abt hiervan hoorde, begaf hij zich in allerijl naar de abtenvergadering. Even daalde er een grote spanning neer over de heilige mannen. Maar toen stond één van de eerbiedwaardigsten op, Brendan van Birr, kwam op hem toe, omhelsde hem en sprak tot de vergadering: "Deze man is door God uitverkoren om een heel volk naar het eeuwig leven te geleiden." Ieder beschouwde Brendan als een man Gods, en besefte dat hiermee de excommunicatie werd omgezet in een verbanning omwille van Christus. Alleen drong het nog niet door tot Columkille zelf. In de tijd hierna trok hij rusteloos van klooster naar klooster; ieder in wie hij ook maar een greintje vertrouwen had, vroeg hij om raad. Tenslotte kwam hij bij de heilige abt, Abban. Wat hem het zwaarst op het hart lag was de angst van hoeveel in de slag bij Cul-Dreimnhe gesneuvelde strijders de ziel verloren was gegaan. Dan zou hij daar de oorzaak van zijn. Abt Abban trok zich geruime tijd terug in gebed. Tenslotte kwam hij daaruit tevoorschijn met de verzekering dat geen van die mannen verloren was gegaan. Nu pas kon Columkille aan de toekomst gaan denken. Hij begaf zich naar zijn biechtvader, Molaise. Deze verbleef op het kloostereiland Inis-Myrry voor de westkust van Ierland. Molaise was kort en duidelijk: de straf van de abtenvergadering alsnog uitvoeren; dat betekende dat hij in de vreemde net zoveel heidenen voor Christus moest winnen als er doden waren gevallen in de door hem ontketende slag. En - om te laten zien dat zijn berouw echt was - alle banden met zijn dierbare vaderland verbreken en er tijdens dit leven nooit meer terugkeren.

Columkille accepteerde de straf. Na enig nadenken besloot hij naar het land van de Picten te gaan; dat waren heidenen die het gebied van het huidige Schotland bevolkten. Dit vertelde hij aan zijn familie bij zijn afscheid. Een twaalftal jonge monniken sloot zich bij hem aan. Ze togen naar de noordoostkust van Ierland, zetten zich in een roeiboot en roeiden enige uren uit alle machten door de woelige zee. Uitgeput bereikten ze een eilandje, dat zeer geschikt leek voor een monnikenvestiging. Columkille beklom de hoogste heuvel en met de hand boven zijn ogen tuurde hij naar het westen. Op de rand van de horizon zag hij nog vaag blauwig het silhouet van de bergen van Ierland. Hoe moe zijn gezellen ook waren, hij dreef ze opnieuw in de boot, want vanaf dit eiland zou hij altijd nog zicht hebben op zijn geliefde vaderland. Na enige uren bereikte hij het eilandje Iona. Nu onderscheidde hij in het westen alleen nog maar zee. Zo ontstond het beroemde kloostereiland van Iona in het uiterste noorden van Schotland. In de jaren daarna heeft hij rusteloos alle eilanden in de wijde omgeving opgezocht om er de mensen voor Christus te winnen, tot op de Far-Oer en IJsland aan toe. Columkille zou één van de grootste heiligen worden uit Ierlands toch al zo rijke geschiedenis.


Columkil van Iona, Ierse monnik in Schotland (+ 597; feest 9 juni)
Voor Rond Zending, 2007, december: Thema ‘Thuis’

1

Tot de spiritualiteit van de Ierse monniken uit de vroege middeleeuwen behoorde het zogeheten ‘vreemdelingschap’. Dat hield in dat je je vaderland verliet, met de bedoeling nooit meer naar huis terug te keren. Deze vorm van religieus leven is gebaseerd op de idee, dat dit leven een ballingschap is, en dat wij diep in ons een hart een heimwee meedragen naar het definitieve vaderhuis bij God na dit leven.
Vaak betekende het dat de monnik besloot zijn leven lang over de aarde te zwerven, zonder zich ooit ergens blijvend te vestigen, laat staan naar huis terug te keren. Een van de eersten is de abt Columba, ook wel Columkil geheten, de stichter van de monniksgemeenschap op het Schotse eiland Iona.
Er is een legende die vertelt dat hij daar naartoe ging voor straf. Hij, een monnik, zou door zijn eigenwijsheid een oorlog ontketend hebben, waarbij honderden strijders waren gesneuveld. De straf bestond erin dat hij zijn geliefde vaderland, Ierland, voorgoed moest verlaten. De vloek zou pas zijn opgeheven als hij evenveel heidenen voor het evangelie had gewonnen als er soldaten in de oorlog waren gesneuveld.
Zo roeide hij met twaalf medemonniken vanuit Ierland in oostelijke richting. Telkens als ze bij een eilandje aankwamen,legde hij aan, ging op de rotsen staan en keek met zijn hand boven zijn ogen naar het westen. Als hij nog een glimp van Ierland opving, moesten ze verder. Tot ze bij het eilandje Iona aankwamen. Nu konden ze Ierland niet meer zien…
Uit zijn gedichten blijkt dat hij soms verteerd werd door heimwee. Eens – zo vertelt nog een andere legende – beval hij een monnik naar het strand te gaan. Hij voorspelde dat er een uit de koers geslagen kraanvogel aan zijn voeten zou neerploffen. Volkomen uitgeput. De monnik moest het dier verzorgen en op krachten doen komen. Na drie dagen zou het dier weer vertrekken. Hij mocht het niet tegenhouden, want het zou terugkeren naar het geliefde vaderland. En zo gebeurde het. Toen de drie dagen voorbij waren, vloog de vogel op, slaakte een laatste kreet, een juichkreet: het zette koers naar het westen. Naar huis…
Symbool voor de ziel die na de dood (‘drie dagen’) opvliegt naar het hemels vaderland?


Bronnen
[011; 102; 118; Dries van den Akker s.j./2009.08.01]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen