×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Marcus Evangelist, Alexandrië, Egypte & Venetië, Italië; martelaar; † ca 68.
Feest 11 januari (Griekse kerk) & 31 januari (overbrenging relieken van Alexandrië naar Venetië) & 9 & 25 april (= 30 Baramûdah: Koptische kerk) & 25 juni (te Venetië: verschijning van Marcus om zijn vergeten relieken aan te wijzen) & 23 september & 3 oktober & 8 & 30 oktober (oosterse kerk)
Geschiedenis
De overlevering vertelt, dat de schrijver van het tweede evangelie Markus heette; dat deze gezel was van Petrus en Paulus en dat hij dezelfde is als de 'Johannes Markus' van wie sprake is in de Handelingen der Apostelen. Als dat alles klopt, dan weten we van hem, dat hij uit Jeruzalem afkomstig was, dat zijn moeder Maria heette en huisbaas was in de stad Jeruzalem; in één van haar huizen houdt de eerste christengemeente haar eerste bijeenkomsten. Aanvankelijk vergezelde hij Paulus en Barnabas, die een neef van hem was, op hun zendingsreizen. Hij maakte ook de eerste arrestatie van Paulus mee. Later heeft hij zich bij Petrus heeft gevoegd (deze noemt hem 'mijn zoon'). Kennelijk is dat bij Paulus in het verkeerde keelgat is geschoten (Handelingen 12,25; 13,13 en 15,37-39).
Hij was in de jaren 60 van de eerste eeuw tezamen met Petrus en Paulus in Rome. Volgens de legende maakte hij aantekeningen van Petrus' prediking; daaruit zou later zijn evangelie groeien. Het is het oudste van de vier evangelies.
Rond het jaar 140 weet Papias over Markus te vertellen dat deze de uitlegger is van Petrus' verkondiging; dat hij later naar Alexandrië is gegaan, dat hij de eerste bisschop van die stad zou zijn geworden en daar de marteldood zou hebben moeten ondergaan.
Verering & Cultuur
Zijn gebeente is in 829 door Venetiaanse kooplui onder militaire bescherming uit Alexandrië weggehaald. Die stad was toen geheel onder de invloedssfeer van de Islam gekomen. De Venetianen hebben hem overgebracht naar hun vaderstad. Daar bouwden zij een rijke kathedraal voor hun nieuwe patroonheilige, de San Marco. Deze prachtige kerk staat er nog steeds tot op de dag van vandaag. Jacobus de Voragine vertelt in zijn Legenda Aurea hoe dat in zijn werk ging. Zijn tijdsaanduidingen zijn niet in overeenstemming met onze geschiedkundige berekeningen.
Legende
In het jaar Onzes Heren 468, ten tijde van keizer Leo († 474), vervoerden de Venetianen het lichaam van Sint-Marcus van Alexandrië naar Venetië. Daar bouwden ze een kathedraal voor hem die ongekend prachtig was.
Marcus Evangelist. Overbrenging relieken van Alexandrië naar Venetië; 829.
Feest 31 januari
Het waren een paar Venetiaanse handelslieden geweest die tijdens hun verblijf in Alexandrië door middel van smeekbeden en beloften gedaan wisten te krijgen, dat de beide priesters die Marcus' lichaam moesten bewaken, hun beloofden het lichaam stiekem weg te nemen om het naar Venetië over te laten brengen.
Maar toen ze de deksteen van het graf lichtten, verspreidde zich zulk een sterke zoete geur door heel de stad Alexandrië, dat ieder zich vol verbazing afvroeg waar zo'n heerlijke geur wel vandaan kon komen.
Tijdens de overtocht zeiden de handelslieden aan de bemanning van een andere boot uit hetzelfde flottielje, welk heilig lichaam ze bij zich hadden. Die anderen konden dat gewoon niet geloven en zeiden: "Waarschijnlijk hebben de Egyptenaren jullie bedrogen en een ander lichaam meegegeven. Want wie geeft nou het lichaam van Sint Marcus uit handen?" Op datzelfde moment wendde het schip waarop Sint Marcus vervoerd werd de steven en voer recht op het schip van die ongelovige zeelieden in, zodat er een groot gat in de romp ontstond. Het zou voor dat schip bepaald verkeerd zijn afgelopen, als die bemanningsleden niet vlug hadden geroepen dat het natuurlijk wél het lichaam van Sint Marcus was.
Een andere keer was de stuurman 's nachts uit de koers geraakt. Hij wist niet meer waar hij was. Op dat moment verscheen Marcus aan de monnik die hem moest bewaken met de woorden: "Ga aan de matrozen zeggen dat ze onmiddellijk de zeilen moeten reven om vaart te minderen. Want er is land in zicht!" De matrozen volgden die raad op. Dat was maar goed ook. Want bij het ochtendgloren bemerkten ze dat ze in de buurt van een eiland verzeild waren geraakt. Als Sint Marcus niet geholpen had, zouden ze daarop recht te pletter gevaren zijn.
In alle landstreken waar het schip aanlegde, kwamen de inwoners aanrennen zonder dat ze door iemand waren gewaarschuwd. Ze riepen: "Wat zijn jullie boffers dat je het lichaam van Sint Marcus bij je mag hebben. Geef ons de kans het even te vereren."
Nu was er op dat schip één matroos die koppig ongelovig bleef. De duivel had zich namelijk van hem meester gemaakt, en deze bleef hem kwellen tot het moment dat de man met het lichaam van Sint Marcus werd geconfronteerd en verklaarde te geloven. Van toen af was de man verlost van de duivel. Hij vatte voor Sint Marcus een heel speciale verering op.
Marcus Evangelist. Terugvinding relieken
Feest 25 juni
In Venetië werd het lichaam onder één van de marmeren zuilen van de kerk geplaatst. Er waren maar weinig mensen die precies wisten waar het lichaam zich bevond. Zo kon het des te gemakkelijker bewaakt worden. Maar toen die mensen allemaal gestorven waren, wist er dus eigenlijk niemand meer waar de heilige schat precies te vinden was. Alle onderzoekingen op dat punt bleven dan ook zonder resultaat. Groot was de verslagenheid bij iedereen, om het even of het ging om priesters of mensen uit het gewone volk. Men rilde bij de gedachte dat het lichaam misschien wel gestolen kon zijn. Er werd een algemene vasten afgekondigd en een wel zeer plechtige processie gehouden door de straten van de stad.
Bij het zien van al die mensen in opwinding, begonnen de stenen van één der zuilen los te raken en naar beneden te vallen. Daar kwam de ruimte te voorschijn waar het lichaam verborgen was. De hele stad stond bol van vreugde. Men dankte God voor zo'n wonder.
Sindsdien wordt deze gebeurtenis elk jaar in Venetië gevierd als een officieel kerkelijk feest.
[183]
Patronaten
Hij is patroon van de Italiaanse stad Venetië en van het middeleeuwse kloostereiland in Zuid-Duitsland: Reichenau; daarnaast van notarissen en schrijvers; daarnaast van bouwvakkers, metselaars, glazenmakers, glaszetters, glazeniers en glasschilders, en van mandenmakers.
Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor goed weer en een goede oogst, tegen bliksem en hagel, en tegen een plotselinge dood.
Afgebeeld
Wordt hij afgebeeld als evangelist, dan heeft hij een gevleugelde leeuw bij zich. Net als zijn leermeester Petrus heeft hij een rond hoofd, korte baard en kale schedel met haarkransje.
Weerspreuken op 25 april
'A la Saint-Marc, s'il tombe de l'eau,
il n'y aura pas de fruits à couteaux.' [282]
[Met Sint Markus regen:
op fruit rust dan geen zegen]
'Als de kikker voor Sint-Marcus kwaakt,
blijft hij niet lang meer bespraakt.' [213]
'Als de kikker voor Sint-Marcus kwaakt,
blijft hij later zonder spraak.' [213]
'Als de puit voor Marcus kwaakt,
blijft hij later onbespraakt. [131; 213]
'As long before St.-Mark's Day
as the frogs are heard croaking,
so long will they keep quiet afterwards.' [213]
[Zolang de kikker vóór St.-Marcus kwaakt,
zo lang blijft hij erna onbespraakt]
'Entre Georges (23 apr.) et Marquet
un jour d'hiver se met.' [282]
[Tussen Joris- en Markusdag
zit een winterslag]
'Entre Saint-Marc et Saint-Georges
un seul beau jour pour faire de l'orage.' [282]
[Tussen Markus en Sjors
een mooie dag met onweer fors]
'Georget, Marquet, Phalet (16 mei)
sont trois casseurs de gobelets.' [282]
[Sint Joris, Markus en Sint Phaal
breken de bekers met kabaal]
'Georget, Marquet, Vitalet et Croiset,
s'ils sont beaux, font du vin parfait' [282]
[Zijn Joris, Mark, Vitalis (28 april) en het Kruis (3 mei) mooi
dan geven ze wijn van het beste allooi].
'Quand il pleut à la St.-Marc
il ne faut ni pouque ni sac.' [282]
[Met Sint Marcus regen:
in zak noch baal zegen]
'Quand Saint-Marc n'est pas beau,
Pas de fruits à noyaux.' [282]
[= Heeft Sint Mark geen zon,
geen boom die noten won].
S'il pleut le jour de la Saint-Marc:
il n'y aura pas de pommes.' [282]
[Regen met Sint-Marcusdag
geeft geen pruimen]
'S'il pleut le jour de la Saint-Marc:
les guignes couvriront le parc' [282]
[Als het regent met Sint-Mark,
liggen de krieken in het park]
S'il pleut le jour de la Saint-Marc:
point de pommes.' [282]
[Regen met Sint-Marcusdag
geeft geen appels]
S'il tombe de l'eau à la Saint-Marc,
Il n'est ni frit ni frat.' [282]
[Water met Sint Mark,
geeft fruit noch druif].
'Saint Georges cueille les cérises,
Saint Marc les vend.' [282]
[Sint Joris plukt de kersen
en Sint Mark verkoopt ze].
'Saint Georges et saint Marc sont réputés
grêleurs et vendangeurs.' [282]
[Sint Joris (23 april) en Sint Marcus zijn bekend
als hagelgooiers en oogstbrengers]
'Sint Marcus koud,
ook het Heilig Hout (= 3 mei).[213]
'Sint-Marcusdag zaaien voor zonne:
om pompoenen te krijgen als tonnen.' [131]
'Sinte Merc:
lang en sterk.' [131]
'Sinte-Merc:
plant uw bonen en ga naar de kerk!' [131]
'Zo lang vóór Marcus warm,
zo lang na Marcus koud.' [131]
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen