× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1109  Anselmus van Canterbury

Info afb.

Anselmus van Canterbury, Engeland; aartsbisschop & kerkleraar; † 1109.

Feest 21 april.

Hij werd geboren in 1033 en was afkomstig uit Aosta in Piemonte, Noord-Italië. Vanwege onenigheid met zijn vader had hij al op jeugdige leeftijd zijn geboortegrond vaarwel gezegd. Hij kwam terecht in het klooster Bec in Bretagne. Daar werd hij eerst benoemd tot prior en vervolgens gekozen tot abt. In die periode fungeerde hij als geestelijk leidsman van Ida van Boulogne († 1113; feest 13 april), de moeder van Godfried en Boudewijn van Bouillon.

In 1093 trad hij aan als aartsbisschop van Canterbury. Ook in die periode bleef Ida briefcontact met hem onderhouden.

Uit die tijd zijn door zijn leerling en levensbeschrijver, Eadmer, enkele anekdotes overgeleverd die een mooi beeld geven van zijn typisch middeleeuwse manier van denken. Eadmer was er blijkbaar zelf bij. Naar men aanneemt spelen ze rond het jaar 1097.

De haas op de vlucht
Na een bezoek aan koning William de Rode reed Anselm terug naar huis. Plotseling schoot een haas voorbij die blijkbaar ergens voor op de vlucht was. De jonge leerlingen uit het gezelschap gingen er meteen achteraan. Op het moment dat ze dachten het dier te pakken te hebben, zocht het veiligheid onder het paard van Anselmus. De heilige voelde de angst van het opgejaagde diertje, hield de teugel in en liet niemand toe er een vinger naar uit te steken. Ook de honden die uitgelaten om heen blaften, legde hij het zwijgen op. Wij keken dit alles met verbazing aan. Een paar lieden uit ons gezelschap lachten hardop en hadden duidelijk plezier in het hele gebeuren. Maar Anselmus moest ervan huilen! Hij zei: “Ja, lachen jullie maar. Maar dit arme dier hier heeft niets te lachen. Overal om hem heen heeft het vijanden die het op zijn leven hebben gemunt. Alleen bij ons heeft het veiligheid. Nou, zo zit het ook met de ziel van elke mens. Als die van het lichaam afscheid neemt, komen de boze geesten meteen op haar af om haar te grijpen en haar in het verderf te storten. In doodsangst kijkt ze wanhopig om zich heen of er ergens een veilig plekje te vinden is. Hoe verlangt ze naar een hand die zich naar haar uitstrekt om haar te helpen. Maar de duivels rondom haar lachen hardop. Wat een lol, plezier te hebben om een arme die geen redding of toevlucht vindt!” Hij gaf zijn paard de teugel en reed verder, en verbood de honden nog achter het dier aan te gaan. En zo ontkwam die haas, opgelucht met grote sprongen. Ons was intussen het lachen vergaan. Met onze gedachten bij de vreugde dat ieder schepsel bestemd is om verlost te worden, zetten we onze reis voort.

Voor de middeleeuwer is onze wereld een afspiegeling van de hemelse werkelijkheid. Althans dat is haar bestemming. Een middeleeuws denker zocht dan ook achter elke gebeurtenis de betekenis, de zingeving ervan. Elke gebeurtenis sprak van het grote geheim, God werkelijkheid, waar de wereld deel van uitmaakte. Had Jezus destijds niet herhaaldelijk hetzelfde gedaan, als hij zijn gelijkenissen vertelde?

De vogel
Een andere keer zag hij hoe een jongetje een vogel aan een touwtje had gebonden. Als hij het touwtje liet vieren, vloog het vogeltje op in de hoop te ontsnappen. Telkens en telkens weer viel het dier terug en trok de jongen het naar zich toe. Hij had er duidelijk plezier in. Maar onze heilige vader hoopte dat het touwtje zou breken. En dat gebeurde, en de vogel ontkwam. Het kereltje zet het op een huilen, maar Anselmus lachte tevreden.
Hij riep ons bij zich en vroeg: “Heb je dat spelletje van dat jongetje gezien? Nou, precies zo speelt de duivel zijn spelletjes met de mensen. Hij houdt ze door allerlei kwaad aan het lijntje. Hebzucht en wellust brengen hem het hoofd op hol en ze leven erop los. Soms komt het in hen op wat voor leven ze eigenlijk leiden; dan komen ze tot zichzelf en nemen ze zich voor om zich ervan los te maken. Net als die vogel van daarnet zoeken ze de vrijheid. Maar omdat de vijand ze aan het lijntje van hun slechte neigingen houdt, vallen ze weer terug en begint alles weer van voren af aan. En dat gaat zo eindeloos door. En zo vinden ze nooit de vrijheid, als er niet een krachtige impuls van buiten komt die het duivelse lijntje breekt.”

Reeds een paar jaar later moest hij in ballingschap vanwege zijn onverzettelijke houding jegens William de Rode (ook Rufus: † 1100), de tirannieke koning van dat moment. Deze meende invloed te kunnen uitoefenen op kerkelijke benoemingen en beslissingen. Anselmus verzette zich daar krachtig tegen. Zo kwam hij via Frankrijk weer in Italië terecht. Daar woonde hij een aantal bisschoppenvergaderingen bij en deed veel goed werk in dienst van de geloofsgemeenschap.

Na de dood van William Rufus trad Henry de Eerste als koning aan († 1135). Deze liet Anselmus vragen terug te keren naar zijn bisschopsstad, Canterbury. Maar wederom ontstond er en conflict. De koning behield zich het recht voor zelf bisschoppen aan te wijzen en eventueel zelfs nieuwe bisschopssteden aan te wijzen. Anselmus boog niet, en voor de tweede keer ging hij in ballingschap. Nu werd zijn terugkeer in 1106 een overweldigende triomftocht. Hij stierf als een gevierd bisschop drie jaar later in 1109.

Verering & Cultuur
In de tijden van ballingschap had hij voldoende tijd gehad om na te denken over moeilijke vragen van het geloof en er boeken over te schrijven. Beroemd is zijn boek over de Menswording van Gods Zoon. Hij zou van grote invloed blijken op de wetenschap van de komende eeuwen.

Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als bisschop (met mijter, staf en tabberd) of als abt (staf); meestal met een boek vanwege zijn theologische arbeid en soms met een schip vanwege zijn talloze reizen overzee.


Bronnen
[Bly.1986p:75; Bri.1953; Brn.1937p:158.221; Cal.0000; Dz2.1896p:81;  Gre.1983:47; GrM.1995p:11; HA2.1839:99.105; Kno.1965p:34; Mel.1978p:235(vig); Nwm.z.j.p:1109;  Oe1.1985p:82A25; Pra.1988; Rld.1963; RR1.1640; S& G.1992p:17(3e.1); S& S.1989p:199; Vce.1990; Vhy.1980p:44.45; Waa.1985p:83; Zur.1987; Dries van den Akker s.j./2010.04.10]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen