×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Paternus (ook Padarn) van Wales (ook de Derde of van Llanbadarn Fawr); monnik & stichter & bisschop; † ca 500.
Feest 1 januari (met alle Bretonse missionarissen in Groot-Brittanië) & 15 april.
Naar men aanneemt was hij afkomstig uit het zuid-oosten van Wales en kwam hij naar het noorden. Tesamen met een aantal collega-monniken stichtte hij het klooster Llanbadarn Fawr (= 'geweldig domein van Paternus') bij Aberystwyth in Dyfed, Wales. Daar stond hij gedurende twintig jaar aan het hoofd als abt en bisschop, en van daaruit verkondigde hij het evangelie aan de bevolking in de wijde omgeving.
[Rge.1989]
In de middeleeuwen was hij bijzonder populair. Dat kwam vooral doordat rond 1200 een levensbeschrijving van hem werd samengesteld. Daarin worden de onderlinge hiërarchische verhoudingen (en conflicten) van de kloosters van dat moment teruggevoerd op de onderlinge verhoudingen die er bestonden tussen Sint David van Wales († 601; feest 1 maart), Sint Teilo (of Eliud) en Sint Paternus. De Sint Paternus die daar beschreven wordt is samengesteld uit twee heiligen van diezelfde naam, wier levensverhalen met elkaar vesmolten zijn: dat van onze Padarn en dat van Sint Paternus, bisschop van de Bretonse stad Vannes († 5e eeuw; feest 15 april). Waarschijnlijk gaat de traditie dat hij in gezelschap van 847 mannelijke en vrouwelijke religieuzen van Bretagne overstak naar Wales, terug op dit boek.
Omdat het boek werd geschreven in een van de kloosters van Sint David, wordt hij afgeschilderd als de belangrijkste van de drie. Dat blijkt al uit het feit dat ze gedrieën op bedevaart gaan naar Jeruzalem. Daar worden ze weliswaar alle drie tot bisschop gewijd, maar David wordt de aartsbisschop!
[Dob.1986p:76.124;Frm.1996p:379;Gby.1991p:534]
Over Paternus worden talloze wonderen verteld. Zo zou hij de vrede tot stand hebben gebracht tussen twee legers die in slagorde tegenover elkaar stonden opgesteld, door domweg op de open ruimte ertussenin te gaan staan. Hij zou een bijzondere abts- of bisschopsstaf hebben gekregen die hij gebruikte wanneer er een eed afgelegd moest worden. Een monnik die zijn naam aanriep stak op een rots de zee over. Ooit werd hij door een zekere Maelgwn van bedrog beschuldigd. Deze zou hem een schat in een koffer in bewaring hebben gegeven, maar toen hij hem op kwam halen bleek er slechts mos en gras in te zitten. Maelgwn beweerde dat Padarn de schat gestolen had. Er kwam een godsoordeel met kokend water. Padarn brandde zich niet, integendeel, het water bleek bij hem ijskoud. Maar Maelgwn liep ernstige brandwonden op. Voor straf werd hij ook nog met blindheid geslagen. Op zijn pelgrimstocht met David en Teilo kregen ze alledrie door engelen uit de hemel geschenken aangereikt: een staf, een tuniek en een getijdenboek; alle drie beschikten over de gave der talen: wie hen hoorde preken, verstond het in zijn eigen taal (vgl. Handelingen van de Apostelen 02,01-12). Ooit bracht Paternus een onthoofde knecht tot leven: toen hij bij het lichaam van de arme drommel stond en hem riep bij zijn naam, antwoordde het hoofd dat op een andere plaats lag.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen