×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Milburga (ook Milborough, Milburg, Milburgha, Milburgis, Milburh of Mildberg) van Wenlock, Engeland; stichteres & abdis; † 727.
Feest 23 februari (& 26 mei: verheffing relieken & 25 juni: overbrenging).
Zij was de oudste dochter van koning Merewald van Mercia en koningin Ermenburga (ook Ebba: † 650; feest 19 november). De heilige Mildred van Minster († 7e eeuw; feest 13 juli) en Mildgytha van Minster († 680; feest 30 juli) waren jongere zussen van haar.
Zij trad in bij de benedictinessen en ontving de maagdensluier van bisschop Theodorus van Canterbury († 690; feest 19 september). Geholpen door genereuze schenkingen van haar vader en haar oom, koning Wulfhere van Mercia († 675), stichtte zij priorij Wenlock, Shropshire. Aanvankelijk stond de stichting onder leiding van Liobsinde, een Franse non die van het vermaarde klooster Chelles, Noord-Frankrijk, afkomstig was. Milburga volgde haar op als abdis.
Legende van het dode zoontje
Een arme weduwe kwam haar opzoeken in haar gebedsruimte. Zij droeg haar dode zoontje op de arm. Zij wierp zichzelf voor de voeten van Milburga en smeekte haar zoontje tot het leven terug te brengen. “Bent u gek geworden? Hoe kan ik uw zoontje ten leven wekken? Ga hem liever begraven en probeer het verdriet te aanvaarden dat God u kennelijk heeft opgelegd.”
Maar de vrouw weigerde te gaan: “Ik ga hier niet bij u vandaan, voordat u mij mijn kind levend en wel hebt teruggegeven.” Daarop stortte de abdis een vurig gebed uit over het dode lichaampje. Het leek wel of er beweging in kwam en dat het werd omringd door een lieflijk vuur, alsof daarin de warmte en de kracht van haar gebed zichtbaar werden. Inderdaad kwam het kind weer op krachten.
Legende van de ganzen
Volgens de overlevering had zij zeggingskracht over de dieren, met name over ganzen. Eens was er een troep ganzen neergestreken op een akker die juist door de bevolking was ingezaaid. Ze trokken zich niets aan van de vogelverschrikkers op het land, en ook niet van de mensen die ze probeerden te verjagen. Ze vlogen op om een stukje verder weer doodgemoedereerd neer te strijken en hun feestmaal voort te zetten.
Ten einde raad riepen de boeren de hulp in van Milburga. Deze maakte slechts een licht handgebaar en verzekerde de mensen dat alles goed zou komen. Toen ze gingen kijken wat er gebeurd was, zagen ze de ganzen juist achter de horizon verdwijnen. Degenen die achtergebleven waren, wisten opgewonden te vertellen dat de vogelverschrikkers tot leven waren gekomen en de veelvraten hadden verjaagd.
Maar terug in het kloostertje bevond Milburga dat zij een prijs had te betalen voor haar wonder. Nu hadden de ganzen het gemunt op de gewassen in de kloostertuin. Daarop ging zij in de deuropening en beval met krachtige stem dat de ganzen naar haar toe moesten komen. Dat deden ze inderdaad; ze dromden om haar heen. Zij maakte de dieren duidelijk dat ze hun voedsel elders moesten zoeken. De aanvoerder-gans bood namens de troep zijn verontschuldigingen aan en bezwoer dat het nooit meer zou gebeuren. Om te laten zien dat het menens was vertrokken ze in V-vorm. Toen bleek dat er één gans werd vermist. Onmiddellijk keerden ze terug naar Milburga en vroegen of zij hun wilde helpen zoeken. Al gauw vonden ze in de schuur van één van de tuinknechten warme botten. Ze legde ze bij elkaar en sprak er een gebed over uit. Daarop kwam het dode dier tot leven en voegde zich alsnog bij de anderen.
Een dergelijke legende wordt ook verteld van haar tijdgenote Werburga van Trentham († 699; feest 3 februari).
Een andere legende weet te vertellen hoe zij slangen het vermogen gaf te sissen.
Verering & Cultuur
Milburga's kloostertje werd verwoest door de Noormannen. Maar in 1079 werd het herbouwd en bewoond door monniken van de richting van Cluny. Toen zij arriveerden waren Milburga’s relieken sinds lang verloren. Wel vonden zij een document waarin stond te lezen dat haar relieken zich bevonden bij een altaar. Na Anselmus () geraadpleegd te hebben, gingen zij graven bij een in onbruik geraakt kerkje. Plotseling vielen spelende jongetjes in een gat. Daar werd een schrijn aangetroffen met beenderen: de reliekschrijn van Milburga. Haar botten verrichtten meteen wonderen. Zo werd een zieke vrouw door aanraking ermee verlost van een worm die anders zeker tot haar dood geleid zou hebben.
Het kerkje van Stoke-St-Milborough is aan haar toegewijd. Oostelijk van het plaatsje wordt nog steeds een bron in ere gehouden die met haar in verband wordt gebracht. Overigens is het pas in 1321 dat er over die bron iets is te vinden in eigentijdse documenten.
Het water van de bron zou geneeskrachtige werking hebben, vooral voor de ogen. De geschiedenis ervan is overgeleverd in de volgende legende.
Legende (1)
Volgens de legende had Milburga zo veel vijanden dat zij genoodzaakt was zich ergens schuil te houden. Maar zij kon niet verborgen blijven en zij nam de vlucht op een wit paard. Andere bronnen zeggen dat het een witte ezel was. Met als gevolg dat een troep ongure ruiters de achtervolging inzetten, vergezeld van een roedel bloedhonden. Na twee dagen en nachten aan één stuk te hebben doorgereden, bereikte ze de plek waar tegenwoordig de bron is. Uitgeput viel ze van haar paard waarbij ze gemeen haar hoofd stootte tegen een steen.
Een andere variant weet te vertellen dat haar de weg versperd werd door twee struikrovers. In paniek gaf ze paard de sporen, maar het dier struikelde. Ze werd van haar paard geworpen en kwam op de rotsgrond terecht, waarbij ze gemeen haar hoofd stootte.
Hoe dan ook, het bloedde hevig.
Aan de overkant van de weg waren mannen bezig op een akker gerst in te zaaien. Zij snelden haar te hulp. Ze hadden water nodig, maar dat was er niet. Daarop stortte Milburga een gebed. Het paard sloeg met zijn hoef tegen de rotswand en zie, plotseling sprong er water te voorschijn. Zij bezwoer dat het water altijd zou blijven stromen. Vervolgens strekte ze haar hand uit naar de akker waar het gerst was ingezaaid, en onmiddellijk kwamen er groen gewas uit de grond. Nu wendde ze zich tot haar helpers: ‘Mijn achtervolgers zitten vlak achter me. Als ze jullie vragen: “Wanneer kwam die vrouw voorbij op dat witte paard?” dan moet je antwoorden: “Toen we bezig waren deze gerst hier in te zaaien.”’
Een soortgelijke legende wordt verteld van Jozef en Maria toen ze met het kind Jezus richting Egypte op de vlucht waren voor koning Herodes.
Ze steeg weer op haar paard en raadde de mannen aan hun sikkels bij de hand te houden, want vóór de avond zouden zij de oogst kunnen binnenhalen. En zo geschiedde. Toen Milburga’s vijanden daar arriveerden en vroegen of zij iets over haar wisten, kregen zij te horen dat ze daar inderdaad geweest was. Dat was in de tijd dat ze deze gerst aan het inzaaien waren. Ze waren stomverbaasd. Maar toen hoorden ze dat die gerst ’s morgen was ingezaaid, ’s middags volgroeid was en ’s avond kon worden binnengehaald. En ze besloten dat het geen zin had te vechten tegen God zelf.
Legende (2)
Een variant van deze legende weet te vertellen dat een edelman uit de buurt haar wilde hebben als echtgenote. Zij sloeg op de vlucht en hij ging achter haar aan met een troep gewapende kornuiten. Zij stak een rivier over die onmiddellijk daarop begon aan te zwellen tot een stroom die je onmogelijk kon oversteken.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen