× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 304  Anastasia van Sirmium met haar gezellen

Info afb.

Anastasia van Sirmium (ook Bevrijdster van Boeien, Groot-Martelares, Praetextatus, van Zara of van Zadar), Dalmatië (= Joego-Slavië); martelares met haar gezellen; † 304.

Feest 22 (oosterse kerk &) 24 & 25 december.

Inleiding: hoeveel Anastasia's?
De heiligenkalender kent een aantal Anastasia's, die sterk op elkaar lijken. Zo is er sprake van:

Anastasia van Rome (ook Romana; † ca 250; feest 12 oktober);
Anastasia Farmaceut (ook Apothekeres of Farmakolytria; † ca 250; feest 29 oktober) en
Anastasia van Sirmium († 304; feest 25 december; in de oosterse kerk 22 december).

Het is niet duidelijk of het inderdaad om verschillende personen gaat, of dat een en dezelfde persoon als het ware is uitgesplitst al naargelang de plaats waar zij vereerd werd. Om te beginnen merken we op dat de oosterse traditie geen onderscheid maakt tussen Anastasia van Rome en Anastasia Apothekeres. Kaster, in het standaardwerk van Kirchbaum, houdt het erop dat alle genoemde Anastasia's teruggaan op dezelfde persoon: Anastasia van Sirmium zou aan de basis staan van de Anastasia-verering op diverse plaatsen. Vanuit Sirmium kwamen ten tijde van partriarch Gennadius (458-471) relieken van haar naar Constantinopel. Zij werden bijgezet in de later naar haar genoemde Anastasiskerk. Daar kreeg zij de titel van 'Apothekeres' of 'Farmaceut'. Men tast in het duister over de vraag hoe zij aan deze eretitel kwam. Weliswaar wordt er van haar verteld dat zij de wonden van gefolterde christenen verzorgde. Maar het is onduidelijk of het verhaal aan de basis staat van deze titel, dan wel omgekeerd, dat de titel om een verklarende legende vroeg.

Vanuit Constantinopel kwamen er door toedoen van bisschop Donatus in de 9e eeuw Anastasia-relieken naar Zara (= de huidige Kroatische stad Zadar). Daar werd de kathedraal aan haar toegewijd.

Ogenschijnlijk volkomen los van dit alles ontwikkelde zich in Rome een eigen Anastasia-cultus. In de 6e eeuw staat er op de Palatijnse heuvel een kerk, toegewijd aan de heilige Anastasia van Sirmium. Sommigen menen dat deze Anastasia de stichteres was van de kerk. Zij zou dus pas later vereenzelvigd zijn met haar naamgenote van Sirmium. Omdat haar feestdag viel op kerstmis, ontstond het gebruik dat de bisschop van Rome daar ter ere van haar op Kerstmis een tweede mis las. Haar naam werd ook genoemd in de lijst van heiligen die voorkwamen in het oude Latijnse tafelgebed 'Te igitur' (= het huidige Eerste Eucharistisch Gebed). Hier moet ook de oorsprong gezocht worden van de legende dat Anastasia uit Rome afkomstig was en via Aquilea, waar haar leermeester Chrysogonus de marteldood onderging, en Macedonië, uiteindelijk als martelares aan haar eind kwam in Sirmium.

Dit verhaal werd weer overgenomen door de oosterse kerk, waar men met een andere Anastasia van doen dacht te hebben. Nu werd de legende van de drie bekende martelaressen Agapè, Irene en Chionia aan haar verhaal toegevoegd: ze werden tot Anastasia's dienaressen gebombardeerd.

In feite waren het drie vrouwen die tegen het uitdrukkelijk gebod van de overheid heilige boeken afschreven en in huis bewaarden. Bij een huiszoeking werden ze betrapt voor de rechter geleid. Deze heeft met alle mogelijke middelen geprobeerd ze tot andere gedachten te brengen. Toen dat niet lukte zijn de drie vrouwen met nog een paar anderen ter dood gebracht. Hun verhaal speelt zich af in Thessalonika rond het jaar 304; feest 3 april; in de oosterse kerk op de 16e van dezelfde maand.

Tezamen met deze drie en nog een groot aantal gezellen zou zij in Sirmium de marteldood gestorven zijn.

Van nog later datum stamt de versie zoals we die kennen uit de Legenda Aurea door Jacobus de Voragine († 1298; feest 13 juli).

[107/1kol:130-131]

Anastasia van Rome de Oudere (ook Romana, of Apothekeres, Farmaceut of Farmakolytria), Italië; martelares met Cyrillus; † ca 250.

Feest 12 & 28 & 29 (oosterse kerk) oktober.

Zij was afkomstig uit Rome zelf en behoorde volgens de berichten tot een leefgroep van vier maagden die zich onder leiding van ene Sofia geheel aan God hadden toegewijd. Door de Romeinse overheid werd zij ervan beschuldigd in het openbaar de officiële goden te hebben beledigd. Bovendien zou zij de mensen hebben opgestookt om hun eigen Romeinse goden te verlaten om zich aan te sluiten bij de christenen.
Voor straf werd zij op last van stadhouder Probus gekruisigd; vervolgens sneed men haar de borsten, nagels, vingers, tenen en tong af. Uiteindelijk is ze onthoofd.
Cyrillus had haar tijdens de folteringen water aangeboden, want daar had ze om gevraagd. Dat kostte ook hem het leven.

Zoals wij boven zagen wordt door moderne wetenschappers betwijfeld of het verhaal geschiedkundig gesproken op waarheid berust; waarschijnlijk is het een vrome legende. De legende brengt in ieder geval tot uitdrukking hoe de martelaren in hun terdoodveroordeling, lijden en sterven op Jezus gelijken. Daarop duidt ook de rol van Cyrillus in het verhaal. Hij is de verpersoonlijking van Jezus' woorden "Als iemand u een beker water te drinken geeft, omdat gij van Christus zijt, voorwaar ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan" (Markus 09,41) of: "Wie een van deze kleinen al was het maar een beker koud water geeft, omdat hij mijn leerling is, voorwaar Ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan" (Matteus 10,42).

Verering & Cultuur
In de oosterse kerk wordt zij gerekend tot de heilige genezers; die titel ontleent ze waarschijnlijk aan het verhaal bij haar naamgenote van Sirmium, die naar de gevangenissen ging om de wonden te verzorgen van de gefolterde medechristenen.

[101; 101a; 102; 106; 107»A.-Romana; 140; 141; 500; Dries van den Akker s.j./2007.12.06]

Anastasia van Sirmium, Dalmatië (= het huidige Metrovica, Servië); martelares; † 304.

Feest 22 (oosterse kerk) & 25 december.

Anastasia van Sirmium volgens de oosterse traditie

Anastasia was afkomstig uit een welvarende senatorenfamilie te Rome. Haar vader was nog heiden, maar haar moeder had reeds het christelijk geloof aangenomen. Volgens sommigen was zij de heilige Fausta († 3e eeuw; feest 19 december). Zij kreeg onderricht in het christelijk geloof van de heilige priester Chrysogonus († ca 304; feest 24 december).
Gedwongen door haar vader, trad zij in het huwelijk met de heidense grootgrondbezitter Publius, maar zij weigerde seksuele gemeenschap met hem. Dat maakte hem zo woedend, dat hij haar pijnlijke folteringen liet ondergaan, die hij nog erger maakte. toen hij merkte, dat zij in het geheim christenen in de gevangenis bezocht en hen daar voedsel verschafte, hun wonden verzorgde en hun boeien slaakte. Plotseling kwam er echter uitkomst in haar benarde situatie. Haar man werd door de keizer op een diplomatieke missie naar Perzië gezonden. Onderweg schijnt hij te zijn verdronken.

Van de enorme erfenis die Anastasia nu ten deel viel begon zij met hernieuwde ijver de armen royale aalmoezen te schenken. Toen keizer Diocletianus (284-305) op een van zijn rondreizen in de Noord-Italiaanse stad Aquilea verbleef, liet hij de priester Chrysogonus voor zich geleiden. Anastasia bleef bij hem in de buurt. Op last van de keizer werd de priester onthoofd.

Het was Anastasis die doden met de nodige eerbied begroef. In later tijden treffen we haar aan in Macedonië, waar zij de christenen die te lijden hadden onder de vervolgingen met alle mogelijke middelen terzijde stond. Zo zou zij ervoor gezorgd hebben dat aan de drie gezusters Agapè, Irene en en Chionia († ca 304; feest 3 april) na hun marteldood de laatste eer bewezen werd. Zij zalfde hen met welriekende kruiden, wikkelde ze in fijn wit lijnwaad en legde hen in een graf. Zo werd alom bekend dat zij christen werd. Uiteindelijk werd zij op haar beurt gearresteerd en voorgeleid. De rechter probeerde haar tot andere gedachten te brengen, maar zij hield vast aan haar geliefde Heer Jezus, en verlangde ernaar haar leven voor hem te geven, juist zoals Hij het voor haar had gedaan. De rechter, Ulfius, probeerde het eerst met seksuele toenadering, maar hij werd met blindheid geslagen en stierf kort daarna. Zijn opvolger liet haar dertig dagen zonder eten of drinken in de gevangenis werpen. Haar enig voedsel bestond uit haar gebeden en haar tranen. Ze kwam er ongebroken uit tevoorschijn. Toen zette men haar in een boot samen met nog een aantal anderen met de bedoeling dat ze op zee zouden omkomen. Maar de boot dreef veilig en wel naar land terug. Uiteindelijk werd ze aan vier wielen vastgebonden en boven een vuur gehangen tot ze eraan bezweek.

Anastasia van Sirmium volgens de Legenda Aurea
Anastasia was een kind van Romeinse edellieden. Haar vader heette Praetextus en was een heiden; haar moeder daarentegen, Fausta, was christen. In haar kindertijd werd de dochter door haar moeder en Sint Chrysogonus geleerd vast te houden aan het christelijk geloof. Enige tijd later werd zij tegen haar zin uitgehuwelijkt aan een jongeman die Publius heette. Maar zij wilde kuis blijven. Daarom deed zij net alsof zij ziek was; zo wist zij de gemeenschap met haar man te vermijden.

Verklikkers kwamen Publius vertellen, dat zij op haar eentje, sjofel gekleed, en met een dienstmeisje bij zich, de gevangenissen van de christenen afliep en aalmoezen onder hen verdeelde. Vanaf dat moment liet hij haar streng bewaken; ze kreeg nog maar nauwelijks genoeg te eten. Op die manier hoopte hij haar te doden, zodat hij naar hartelust zou kunnen leven van haar rijke erfenis. Anastasia vreesde inderdaad dat zij sterven en zij schreef hartverscheurende brieven naar Chrysogonus. Hij schreef troostende worden terug. Intussen stierf haar man en werd zij uit de gevangenis bevrijd.

Anastasia had drie schone dienstmeisjes; ze waren zussen van elkaar en heetten Agapè, Chionia en Irene. Zij waren christen en wilden niet gehoorzamen aan de eis van de rechter. Toen liet hij ze opsluiten in een ruimte waar men keukengerei bewaarde. Vervolgens ging hij daar zelf naar binnen met de bedoeling zich aan hen te verlustigen, want hij was smoorverliefd op ze geworden. Maar hij verloor zijn verstand, want terwijl hij meende de drie jonge vrouwen te omarmen, omhelsde hij in feite potten, pannen en ketels, en kuste ze hartstochtelijk. Toen hij zich daaraan bevredigd had, verliet hij het vertrek, volkomen zwartgeblakerd, zijn kleren in flarden aan zijn lijf. Toen zijn knechten, die hij voor de deur had geposteerd, hem zo naar buiten zagen komen, meenden ze met de duivel van doen te hebben, ze sloegen naar hem en gingen er in paniek vandoor.

Daarop wilde de man bij de keizer zijn beklag gaan doen, maar bij de hofhouding van de keizer dachten ze ook dat hij volslagen krankzinnig was geworden: ze sloegen hem met stokken, spuwden hem in het gezicht, gooiden stront en allerlei vuiligheid in zijn richting. Maar zijn ogen bleven verblind, zodat hijzelf niet in de gaten had, hoe hij eruit zag, integendeel, hij dacht dat hij net als de anderen smetteloos witte kleren aanhad. Daarom was hij zo verbaasd dat de anderen de spot met hem dreven; anders hadden ze zoveel eerbied voor hem. Tenslotte slaagde men erin hem duidelijk te maken, hoe smerig hij eruit zag. Onmiddellijk dacht hij: "Dat moeten die vrouwen gedaan hebben. Die hebben mij betoverd." Hij liet ze voor zich geleiden en uitkleden tot op het blote lijf, zodat hij zich met zijn ogen aan hen kon verlustigen. Maar de kleren bleken zo vast aan het lijf van de vrouwen te zitten, dat men ze met geen mogelijkheid uit kon krijgen. Overmand door zo'n groot wonder viel de rechter in een diepe slaap; hij snurkte en was zelfs met geen stokslagen meer wakker te krijgen.

Nu besloot de keizer Anastasia aan een andere rechter tot vrouw te geven op voorwaarde dat deze het voor elkaar zou krijgen om haar tot een offer aan de goden te bewegen. Hij leidde haar zijn slaapkamer binnen. Maar op het moment dat hij haar in zijn armen wilde nemen, werd hij met blindheid geslagen. Hij snelde naar de afgodstempel en bad daar dat hij het gezicht weer terug mocht krijgen. Maar de afgoden gaven hem ten antwoord: "Omdat je Anastasia te na bent gekomen, ben je in onze macht overgeleverd; voortaan zul je samen met ons voor eeuwig in de hel gepijnigd worden." Toen zijn knechten hem weer naar huis geleidden, stierf hij onder hun handen.

Vervolgens werd Anastasia weer aan de zorgen van een andere rechter toevertrouwd. Toen hij hoorde hoeveel geld en goed zij bezat, sprak hij in het geheim tot haar: "Anastasia, als jij christen wilt zijn, handel dan volgens de woorden van jouw God, die zegt: 'Wie niet alles opgeeft wat hij bezit, kan mijn leerling niet zijn.' Geef mij dus alles wat je hebt, dan kun je vrij en veilig heengaan waar je maar wilt. Dan zul je een echte christengelovige zijn." Maar Anastasia antwoordde hem: "Mijn Heer heeft geboden: 'Verkoop alles wat je bezit en geef het aan de armen', niet aan de rijken. Welnu, u bent rijk. Ik zou dus tegen Gods gebod in handelen, als ik er ook maar iets van aan u gaf." Toen werd Anastasia in de gevangenis geworpen met de bedoeling dat ze daar van honger om zou komen. Maar Sint Theodora, die juist kort daarvoor de marteldood had ondergaan, kwam haar twee maanden lang voeden met hemelse spijzen.

Vervolgens werd ze met tweehonderd andere maagden naar het eiland Palmaria gestuurd; daar waren er al heel veel omwille van Christus' naam naartoe verbannen. Na geruime tijd liet de rechter alle christenen voor zich verzamelen; hij gaf bevel Anastasia aan een paal vast te binden en te verbranden. De anderen doodde hij op allerlei manieren. Er was er ook een bij die herhaaldelijk omwille van Christus van zijn enorme rijkdom was beroofd. Hij richtte het woord tot de rechter: "Van een ding kunt u mij niet beroven: van Christus." Apollonia kwam het lijk van Anastasia weghalen en begroef het met groot eerbetoon in haar eigen tuin; ze liet op die plek een kerk bouwen. Zij leed onder keizer Diocletianus, die rond 287 aan de macht kwam.

In feite kwam Diocletianus in 285 aan de macht.
[183]

Verering & Cultuur
Boven zagen we al dat Anastasia-relieken terechtkwamen in Constantinopel en Zadar. Ook de basiliek van het beroemde benedictijner klooster Benediktbeuren, gelegen in bisdom Augsburg, beroemt zich erop relieken van haar te bezitten.

Zoals gezegd stond er op de Palatijnse heuvel al een kerk ter ere van haar. Omdat haar feestdag op Kerstmis viel, ontstond in Rome het gebruik om in haar titelkerk na de kerstmis voor haar een tweede mis te houden. Daaruit ontwikkelde zich het gebruik om in de nachtmis met kerstmis drie missen te lezen. Dit werd pas afgeschaft bij de liturgische vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie (1969).

Zij is patrones van wevers; haar voorspraak wordt ingeroepen tegen pijn in de borst en hoofdpijn (waarschijnlijk op grond van haar legende); daarnaast is zij ook patrones tegen het liegen en dientengevolge van de perscensuur.

Zij wordt afgebeeld met sluier, kroon, kruis, palmtak (teken van de overwinning door de marteldood); met een schaar (zowel vanwege haar patronaat van de wevers als van de perscensuur!); met zalfpot; met afgesneden borsten; brandstapel. Zij komt al voor in de stoet van martelaressen, zoals deze afgebeeld staat op het 6e-eeuwse mozaiek tegen de zijwand van de San Apollinare Nuovo te Ravenna).


Bronnen
[000»jrb; 000»bk:Meer-Frits-van-der:Chr.-Oudste-Gewaad:193(49.7); 000»Emerentiana; 000»Ignatius-Antiochië; 000»Justina; 000»posters:04:035(†Elis.-Hong.†Joris;011; 101; 101a; 102; 103; 104»Anastasie; 105; 106; 107; 108; 111p:706; 122; 126p:79; 132; 139»A.-Great-Martyr; 140; 200; 183; 256p:152(501); 293p:245»A.-Praetextatus; 300p:154»Anastasie; 500; Dries van den Akker s.j./2007.12.06]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen