× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 552?  Honora van Brest

Info afb.
Onder: Overweging door Azénor

Honora (ook Aliénor, Azénor, Élénor, Honore, Honorée) van Brest, Bretagne, Frankrijk & Aberfraw, Ierland; gravin en dulderes; † 6e eeuw (552?).

Feest 18 november & 7 december.

Honora werd in 519 geboren als dochter van graaf Even van Lesneven in Bretagne. Zij groeide op in het gebied van Languengar. Zij kreeg een zorgvuldige opvoeding en in haar begon het verlangen te ontwaken om zich geheel aan God te geven en maagd te blijven. Maar haar familie had andere plannen. Omdat zij zo knap was, zwermden allerlei hooggeplaatste kandidaten om haar heen. Zij liet zich tenslotte door haar vader en moeder overhalen tot een huwelijk. Haar keuze viel op de oudste zoon van de graaf van Goëlo en Tréguier.

Na een sprookjeshuwelijk vestigden zij zich in het kasteel te Châtelaudren. De twee hielden zielsveel van elkaar en niets leek meer een lang en gelukkig leven in de weg te staan.

De eerste pijn kwam, toen Honora's moeder overleed. De twee gingen naar haar vader om hem bij te staan tijdens en na de begrafenis. Spoedig kreeg hij kennis aan een nieuwe vrouw. Dat was het tweede ongeluk. Want deze vrouw had gezien hoe haar stiefdochter met haar man op haar bruiloft de meeste aandacht hadden gekregen. In haar jaloezie schreef zij een brief aan Honora's echtgenoot dat zij over onomstotelijke bewijzen beschikte dat zijn vrouw hem bedroog. Zij wist er zelfs getuigen bij te halen. Haar man bestookte ze met hetzelfde gif. En het deed zijn werk. Er ontstond een circuit van roddel en verdachtmaking en tenslotte eiste Honora's echtgenoot genoegdoening van zijn vrouw. Verbijsterd hield zij vol dat zij onschuldig was, maar hij geloofde haar niet en liet haar opsluiten in één van de torens van het kasteel. Hij liet aan haar vader weten aan hem de definitieve terechtstelling van zijn dochter over te laten. Als hij daartoe niet genegen was, dan zou dat oorlog betekenen. Hij liet zijn voormalige geliefde in een kar gooien en, overladen met schande voor de ogen van iedere voorbijganger, naar huis rijden. De één had medelijden met haar, omdat hij niet aan haar schuld geloofde, een ander schudde het hoofd dat achter zulke pracht en praal zoveel lelijks schuil kon gaan. Zij verloor haar waardigheid niet en toonde zich onverschrokken.
Op zijn beurt liet haar vader haar opsluiten in de kerkers van een toren, vanwaar zij kon uitzien over de haven van Brest. Tot op de dag van vandaag staat die toren bekend als 'La Tour d'Azénor'. Haar echtgenoot drong nog eens aan op spoedige afhandeling en genoegdoening, zodat haar vader zich genoodzaakt zag het vonnis over haar te voltrekken. Intussen liet zij weten al vier maanden in verwachting te zijn. Haar tegenstanders vermoedden een valstrik om de zaak op de lange baan te schuiven en eisten een onderzoek door vroedvrouwen. Dezen bevestigden dat zij in verwachting was. De wet verbood het een aanstaande moeder te doden. Maar haar vroegere echtgenoot bleef aandringen en dreigen.
Uiteindelijk besloot haar vader haar in een ton te laten opsluiten en op zee te dumpen. Zo gebeurde. Ze werd in haar ton op een boot gebracht en zo'n tien mijl buitengaats overboord gezet. Haar echtgenoot had zijn zin.

In deze benarde situatie, waarin niemand op de wereld nog om haar gaf, beval zij zichzelf en haar kind aan aan de zorgen van God zelf. Die moest toch weten dat zij onschuldig was. Zo gebeurde het dat zij midden op zee haar kind baarde. Na geruime tijd op zee rondgezwalkt te hebben in haar ton, spoelde zij op de zuidkust van Ierland aan, in een zeearm die Aberfraw heette (= 'Mooie Haven') niet ver van klooster Youghall. Een dorpeling uit de buurt zag het geval naar het strand drijven en kwam meteen aanrennen in de hoop dat de zee hem een rijke buit geschonken had. Groot was zijn verbazing, toen hij een zwakke menselijke stem uit die ton om hulp hoorde roepen. Hij ging vader abt halen en deze nam moeder en zoon liefdevol op. Het kind werd niet lang daarna gedoopt en kreeg de naam Budoc of Buzeuc (= 'Uit het water gered', net als Mozes! † ca 600; feest 9 december).
De vrouwe verhuurde zich als dienstmeid aan het klooster om in het zweet van haar aanschijn haar brood te verdienen. Zo verstreken een aantal jaren.
Intussen had haar man spijt en wroeging gekregen. Hij besefte hoeveel hij van haar hield en hoe hij haar miste. Dit alles werd nog verergerd, toen de stiefmoeder van zijn vrouw stierf en op haar sterfbed bekende puur uit jaloezie gehandeld te hebben; er was niets waar geweest van al haar beschuldigingen.

Nu ging de graaf van Goëlo en Tréguier op zoek naar zijn vrouw. Hij reisde alle kusten af, in de hoop dat zij ergens was aangespoeld. Als hij maar alleen haar graf kon vinden. Zo kwam hij tenslotte ook in het Zuid-Ierse Aberfraw en hoorde daar dat zijn vrouw nog leefde. Groot was zijn vreugde en schaamte tegelijk. Maar zij nam hem liefdevol op. Kort daarna werd hij getroffen door een ernstige ziekte. Zij gaf al haar zorg en aandacht aan hem, tot hij in haar armen overleed. Hij werd op het terrein van het klooster begraven. Dat was in het jaar 543.
Nu kon Honora zich toch nog wijden aan haar meisjesdroom: een leven dat geheel en al was toegewijd aan God. Zij stierf tenslotte in 552 en werd naast haar man begraven. Sommigen echter beweren dat zij tenslotte naar haar geboortegrond is teruggekeerd en gestorven is in een klooster in de Bretonse streek Cornouaille.

Haar zoon zou later op zijn beurt een indrukwekkend heilige worden.
Zij was patrones van het kerkje te Languengar tot het in 1832 instortte en werd afgebroken.


Azénor van Bretagne
'Bericht van boven' voor KRO Radio 5 zondag 9 december 2007

...speel bestand af...

Goede middag. Ik wil het met jullie hebben over mijn zoon. Budoc heet hij. Ik kan me voorstellen dat je er nog nooit van hebt gehoord. Neem de atlas erbij. Ga naar de landstreek Bretagne, de punt van Frankrijk die ver in zee steekt. Aan de noordkust ligt het plaatsje Dol. Daar is mijn zoon later bisschop geworden. Zo rond het jaar 650. Vandaag, 9 december, is zijn feestdag. Ikzelf heet Azénor, gravin Azénor van Brest. Brest ligt helemaal aan de westkust van Bretagne. Ik had mijn feestdag eergisteren, 7 december.

Jullie hadden het over risico’s en verzekeringen. Nou, laat ik je dit zeggen. De beste verzekering die je je kind kunt meegeven, is je geloof.

Hoe ik daar zo op kom? Dat zal ik je vertellen. Ik had met mijn man een gelukkig huwelijk. Totdat mijn vader hertrouwde met een jaloerse vrouw. Zij kon het niet hebben dat op háár trouwdag de meeste aandacht naar míj was uitgegaan. Ze schreef mijn man een brief dat zij kon bewijzen dat ik vreemd ging. Dat het kind waarvan ik in verwachting was, niet van hem was. Ze haalde er zelfs zogenaamde getuigen bij. Het erge was: mijn man, en zelfs mijn lieve vader, geloofden haar. Hun straf was verschrikkelijk. Hoewel ik al bijna negen maanden zwanger was, werd ik in een tonnetje gestopt en in zee geworpen. Zonder beschutting, zonder eten of drinken. Niks. Volkomen overgeleverd aan de willekeur van de golven. God weet hoeveel ik gebeden heb. Niet eens voor mezelf, maar voor mijn kind.

Jezus’ moeder Maria had het moeilijk, toen zij op alledag liep en nog de verre reis naar Bethlehem moest maken over hobbelige wegen. Maar wat dacht u van mij? Midden op zee kreeg ik mijn kind. Hoewel ik al dagen niets gegeten had, had ik toch melk, al was het niet veel. En intussen ik maar bidden. Ja, wat had ik anders dan mijn geloof!? Daar heb ik mij aan vastgeklampt.

En het wonder gebeurde. We spoelden ergens aan land en werden door lieve mensen gevonden en opgevangen. Naarmate mijn jongen groter werd, heb ik hem altijd voorgehouden: ‘Jongen, wat er ook gebeurt in je leven: houd je vast aan je geloof.’

Ik heb begrepen dat het in jullie tijd normaal is je kinderen zelf hun geloof te laten kiezen. Jullie zeggen tegen de kinderen: ‘Je mag zelf kiezen. Je moet zelf maar zien.’ Maar dat zeg je, terwijl je zelf geen geloof aanhangt of voorleeft. Hoe kan je kind dan kiezen? Of doe je dat ook aan tafel? Je zet geen broodbeleg op tafel en dan zeg je: ‘Je mag kiezen wat je op je boterham doet’? Hoe kan dat nou, als er niks te kiezen valt. Geen geloof vóórleven: neem me niet kwalijk dat ik het zo hard zeg, maar ik méén het: geen geloof voorleven en meegeven: dat is kindermishandeling. Je moet het een weg wijzen. Dan kan het later kiezen of het die weg wil gaan of een andere.

Mijn jongen heeft er zijn leven aan te danken. Later als bisschop heeft hij er velen gelukkig mee gemaakt.

[Dries van den Akker s.j./2007.12.09]

Bronnen
[210p:143; 280p:328; 284; Dries van den Akker s.j./2007.11.24]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen