× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 504  Valerius van Conserans

Valerius van Conserans (ook van St-Lizier), Frankrijk; bisschop; † 504.

Feest 20 februari & 15 juli.

Over zijn leven is klaarblijkelijk niets bekend. Halverwege de 6e eeuw was er een Theodorus bisschop van de Franse plaats St-Lizier. Hij heeft een belangrijk aandeel gehad in de ontdekking van de relieken van de eerste bisschop van de stad, Sint Valerius. In zijn boekje 'Glorie van de Belijders' vertelt Sint Gregorius van Tours († 594; feest 17 november):

'De zalige belijder en eerste bisschop van St-Lizier, Valerius, openbaarde zichzelf op de volgende manier. Ooit was er een gebedskapelletje boven zijn graf gebouwd. Maar dit was door verwaarlozing ingestort en uiteindelijk was de plek van zijn graf volkomen in vergetelheid geraakt. De bewoners wisten zich alleen maar te herinneren dat hij begraven moest zijn tegenover een heilig altaar. Toen kwam bisschop Theodorus; hij bouwde een grote kerk op de plek waar vroeger het gebedskapelletje had gestaan. Zoekend naar het graf van zijn heilige voorganger stuitte hij op twee sarcofagen. Welke was nu die van de heilige bisschop? Hij riep de hele geestelijkheid bij elkaar, hield avond- en nachtwaken en vroeg in zijn gebeden of de zalige belijder zelf kenbaar wilde maken waar hij lag. Hij vulde twee kruiken met wijn en zette er een op elk van beide graven. Hij zei: "Als in een van beide kruiken de wijn vermeerdert, dan moet dat het graf van bisschop Valerius zijn."

Bij het aanbreken van de dag verliet hij de kerk, verzegelde de sloten achter zich en legde zich te rusten. Op het derde uur [= negen uur 's morgens] stond hij op en begaf zich in gezelschap van de geestelijkheid en de hele bevolking naar de kerk. Toen opende hij de deuren. In de ene kruik zat maar heel weinig wijn, maar de andere liep nog steeds over, zozeer dat de wijn over het hele graf van de bisschop stroomde. Zo kwam bisschop Theodorus erachter welk graf toebehoorde aan bisschop Valerius.

Maar hij wilde er helemaal zeker van zijn. Daarom lichtte hij het deksel van de sarcofaag, en zie, daar het lichaam van de heilige bisschop, nog in volkomen gave staat. Er was geen haar afgevallen, zijn baard was niet vergaan en op zijn hele lichaam was geen spoor van bederf te vinden. Alles zag er nog volkomen fris uit, alsof hij net begraven was. Bovendien steeg er een heerlijke geur op uit het graf. Kortom, er was geen twijfel mogelijk: hier lag een vriend van God begraven. Valerius lag op een bed van laurierbladen. Theodorus nam er een paar van af en gaf ze als geneesmiddel aan vele zieke mensen. Hij nam ook een aantal relieken van zijn kleren mee. Nadat hij de sarcofaag weer had gesloten, bracht hij eer aan de heilige bisschop. In de tijd daarna heeft hij vele wonderen verricht met behulp van die relieken.'


Bronnen
[GTC.1988nr:83; Dries van den Akker s.j./2009.04.26]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen