× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 550  Triverius van Dombes

Triverius (ook Trivier of Trivirus) van Dombes (ook van Thérouanne) osb, Frankrijk; kluizenaar; † ca 550.

Feest 16 januari.

Hij werd geboren in het toenmalige koninkrijk Neustrië uit een oud Romeins geslacht te Cahors.
Van jongs af aan voelde hij zich aangetrokken tot een beschouwende levenswijze. Hij trad toe tot de abdij van Thérouanne en trok zich terug in de eenzaamheid om het leven van een kluizenaar te leiden.
Rond 540 was koning Theodebert van Austrasië de Alpen overgetrokken om in Italië oorlog te voeren. Na verloop van tijd van wisselende kansen, waarin hij slagen had gewonnen en zich terug had moeten trekken, keerde hij terug naar zijn gebied. Zijn soldaten plunderden Bourgondië en voerden een massa gevangenen met zich mee. Onder hen bevonden zich twee prinsen uit het vorstendommetje Dombes, gelegen in de omgeving van Lyon langs de oevers van de Saône. Zij heetten Radigesius en Salsufur en waren thuis een leven van luxe en overdaad gewend geweest. Ze kwamen uiteindelijk in Neustrië terecht, in de buurt van Thérouanne. Dat gebied behoorde aan de abt van het klooster. Hij had te doen met de twee jongens en stelde pogingen in het werk om ze van hun bewaker los te kopen. De onderhandelingen werden gevoerd door Trivier, en uiteindelijk lukte het hem ze tegen een flinke prijs vrij te krijgen.
Toen het eenmaal zover was vroeg Trivier aan de twee of ze naar huis terug verlangden. Onder tranen bezwoeren zij dat zij verteerd werden door heimwee en dat zij niets liever wilden. Ze beloofden zelfs eenderde van hun grondgebied aan Trivier af te staan, als hij dat voor elkaar kon krijgen. Vader abt gaf zijn toestemming en zo gingen de drie op weg naar Dombes. Intussen waren er al drie jaar verstreken sinds de twee prinsen van huis weg waren.

Het was een lange en moeizame tocht. Zo moesten ze door een uitgestrekt bosgebied. Drie dagen hadden ze het al doorkruist, maar een uitweg bleek onvindbaar. Het was er zo eenzaam en verlaten dat ze ook niemand tegenkwamen om de weg te vragen. Langzamerhand begonnen ze te vrezen dat ze in deze rimboe zouden omkomen of door een wild beest aangevallen en verscheurd zouden worden. In zijn wanhoop knielde Trivier op de grond neer en bad God langdurig om uitkomst. De legende vertelt dat hij nog maar nauwelijks was uitgebeden of daar verschenen twee wolven. Aan de bewegingen van hun staart te zien hadden zij geen kwade bedoelingen; integendeel zij leken wel tam. Zij gingen de drie mannen voor en brachten ze terug op de goede weg. Uiteindelijk bereikten zij het vaderland van de twee prinsen. De plaats waar zij woonden, zou later naar de heilige worden genoemd: Saint-Trivier-sur-Moignens.
De twee prinsen kwamen hun belofte onmiddellijk na en schonken de man Gods een derde van hun grondgebied. Maar deze was bang voor zoveel rijkdom. Het enige wat hij vroeg was een eenvoudig hutje om in te wonen met een stukje grond eromheen om zijn eigen groenten te verbouwen. Intussen had hij namelijk besloten niet meer naar zijn klooster terug te keren. Enerzijds omdat de weg te onzeker en gevaarlijk was voor een reiziger alleen, anderzijds omdat hij vreesde dat hij thuis door zijn medebroeders als een held of heilige zou worden binnengehaald. Voortaan deed hij net als vroeger de gebeden, gezangen, vasten- en boetepraktijken van het klooster in zijn eentje als kluizenaar.

Verering & Cultuur
Zeventig jaar na zijn dood werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het Bourgondische plaatsje Neuville-les-Dames.

Patronaten
Het plaatsje St-Trivier is naar hem genoemd; daarnaast is hij patroon van Quintaine dat behoort tot de gemeente Clessé. In de kapel aldaar vindt men nog altijd een houten beeld van hem uit de 18e eeuw.

In vroeger tijden was het gebruikelijk zijn toevlucht te nemen tot Sint Trivier te Quintaine, wanneer er voor een zieke menselijkerwijs gesproken geen hoop meer was. Men stak er een kaars aan en deed een aantal gebeden. Men bad ook tot hem bij een onderneming waarvan de goede afloop lang niet zeker was, en tijdens een proces. In de 19e eeuw kwamen moeders die een kind wilden met rode haren aan hem hun verlangen voorleggen; zo moest hij ook zorgen voor een kind met mooie krullen.


Bronnen
[Bau.1925; Brg.1987p:102; Gri.1874:383; Pra.1988; Rge.1942; Rge.1989; Rgf.1991; Dries van den Akker s.j./2010.02.26]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen